Les 2: rijken

Les 2: rijken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2: rijken

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
  • Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën. 
  • Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk.

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
-Extra uitleg
-Opgave rijken
-Filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Rijken
Er zijn ongeveer 1,9 miljoen soorten organismen bekend. Biologen ordenen organismen om overzicht te krijgen.

Slide 4 - Tekstslide

Groepen maken
Naar school neem je verschillende schrijfmaterialen mee. Je kunt deze schrijfmaterialen ordenen in balpennen, potloden, viltstiften, enzovoort. Je kunt ze ook ordenen naar kleur: alle rode bij elkaar, alle blauwe bij elkaar, enzovoort. Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.
Een kenmerk is een eigenschap waaraan je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen. Biologen gebruiken celkenmerken om organismen te ordenen. Ze kijken daarbij ook naar de cellen van organismen en naar het DNA in de celkern. Organismen met dezelfde kenmerken komen in dezelfde groep.

Slide 5 - Tekstslide

Vier groepen
Biologen verdelen al het leven op aarde eerst in twee hoofdgroepen: organismen met een celkern in hun cellen en organismen zonder celkern in hun cellen. Die grote groepen verdelen ze verder in kleinere groepen: de rijken. Je moet vier rijken kennen: dieren, planten, schimmels en bacteriën

Slide 6 - Tekstslide

Celkenmerken
Bij de indeling in rijken kijken biologen naar de cellen van organismen. Ze letten op drie kenmerken van cellen:
• celkern
• celwand
• bladgroenkorrels

Celkern: Een celkern is meestal met een microscoop te zien als een donkere vlek in een cel. Een celkern regelt van alles wat er in een cel gebeurt. Schimmels, planten en dieren hebben een in elke cel een celkern. Bacteriën hebben geen celkernen. 

Celwanden: Een celwand is een stevig laagje om een cel heen, zorgt voor stevigheid. Bacteriën, schimmels en planten hebben celwanden om hun cellen. Bij een vliesje van een ui kun je de celwanden goed zien. Dieren hebben geen celwanden om de cellen.

Bladgroenkorrels: Bij planten komen bladgroenkorrels voor, dit geeft de groene kleur aan planten en hier komt fotosynthese in voor. Bacteriën, schimmels en dieren hebben geen bladgroenkorrels.  

Slide 7 - Tekstslide

Celkenmerken dieren

Slide 8 - Tekstslide

Celkenmerken planten

Slide 9 - Tekstslide

Celkenmerken

Slide 10 - Tekstslide

Celkenmerken

Slide 11 - Tekstslide

Steeds kleinere groepen
Elk rijk kun je verder indelen in steeds kleinere groepen.

Slide 12 - Tekstslide

In welke twee hoofdgroepen worden organismen ingedeeld?

Slide 13 - Open vraag

Welke drie kenmerken van cellen gebruiken biologen om organismen in te delen?

Slide 14 - Open vraag

Welke groep organismen bestaat uit cellen zonder celkern?
A
dieren
B
planten
C
schimmels
D
bacteriën

Slide 15 - Quizvraag

Bij welke groep hebben de cellen een celkern en een celwand, maar geen bladgroenkorrels?
A
bij dieren
B
bij planten
C
bij schimmels
D
bij bacteriën

Slide 16 - Quizvraag

Bij welk organisme kunnen de cellen bladgroenkorrels bevatten?
A
bij een berkenboom
B
bij een groene specht
C
bij een paddenstoel
D
bij een yoghurtbacterie

Slide 17 - Quizvraag


Bij de verdere indeling van een rijk ontstaan steeds kleinere groepen.
Zet de groepen in de goede volgorde.
1
2
3
4
5
6
7
familie
rijk
stam
soort
klasse
geslacht
orde

Slide 18 - Sleepvraag

Celkenmerken in de koelkast
Onze koelkast is gevuld met allerlei organismen of delen van organismen. In de koelkast vind je niet alleen eetbare planten en dieren, maar ook smakelijke schimmels en bacteriën. Brie bijvoorbeeld is bedekt met een wit laagje schimmels. Toch vinden veel mensen deze schimmelkaas erg lekker. Champignons zijn paddenstoelen en die behoren ook tot de schimmels.

Er zijn ook smakelijke bacteriën. In yoghurt en kwarktoetjes zitten heel veel bacteriën. Deze toetjes zijn gemaakt van melk waaraan melkzuurbacteriën zijn toegevoegd. Deze melkzuurbacteriën maken de melk dik en friszuur.

Gebruik deze tekst en afbeelding bij slide 18 t/m 

Slide 19 - Tekstslide

Hieronder staat een groep voedingsmiddelen uit de koelkast. Deze voedingsmiddelen bestaan uit (delen van) organismen.

Uit welke groep zijn deze (delen van) organismen afkomstig?

champignon en organismen op de brie
A
schimmels
B
dieren
C
bacteriën
D
planten

Slide 20 - Quizvraag

Hieronder staat een groep voedingsmiddelen uit de koelkast. Deze voedingsmiddelen bestaan uit (delen van) organismen.

Uit welke groep zijn deze (delen van) organismen afkomstig?

hamburger, karbonade, makreel
A
schimmels
B
dieren
C
bacteriën
D
planten

Slide 21 - Quizvraag

Hieronder staat een groep voedingsmiddelen uit de koelkast. Deze voedingsmiddelen bestaan uit (delen van) organismen.

Uit welke groep zijn deze (delen van) organismen afkomstig?

organismen in yoghurt en kwarktoetjes
A
schimmels
B
dieren
C
bacteriën
D
planten

Slide 22 - Quizvraag

Hieronder staat een groep voedingsmiddelen uit de koelkast. Deze voedingsmiddelen bestaan uit (delen van) organismen.

Uit welke groep zijn deze (delen van) organismen afkomstig?

prei, sla
A
schimmels
B
dieren
C
bacteriën
D
planten

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf de voedingsmiddel(en) op waar in de cellen bladgroenkorrels voor komen:
brie, champignons, hamburger, karbonade, kwarktoetje, makreel, prei, sla, yoghurt

Slide 24 - Open vraag

Schrijf de voedingsmiddel(en) op waar in de cellen geen celkern voor komt:
brie, champignons, hamburger, karbonade, kwarktoetje, makreel, prei, sla, yoghurt

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Slide 28 - Video