3.4 Is school ook noodzakelijk?

1 / 20
volgende
Slide 1: Video
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Waarom moet je naar school?
Voorbereiden op de arbeidsmarkt!
  • Leerplichtwet: jongeren van 5 t/m 16
  • Kwalificatieplicht: jongeren zonder startkwalificatie t/m 18 naar school
  • Startkwalificatie: minimale onderwijsniveau om baan te vinden (havo, vwo, mbo (niv.2)
Maatschappelijk vormende functie!
  • socialiseren, opvoeden tot verantwoordelijke burgers (conservatief)
  • Ontplooien tot individuen (progressief)

Slide 2 - Tekstslide

School vervult 2 belangrijke functies: de kwalificatiefunctie en de vormende functie. Omschrijf beide in je eigen woorden.

Slide 3 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een schoolvak waarmee school invulling geeft aan de kwalificerende functie

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een schoolvak waarmee school invulling geeft aan de vormende functie

Slide 5 - Open vraag

Lees bron 1 op blz. 113 van je leerboek. Volgens welke visie wordt er gewerkt op de Kampanje? Leg uit!

Slide 6 - Open vraag

Volgens welke visie wordt er gewerkt op je eigen school? Waaraan herken je die visie?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Heeft iedereen kans op een goede opleiding?
1968: Mammoetwet (na onderzoek Van Heek dat afkomst een rol speelt mbt onderwijskans). Sociale ongelijkheid terugdringen: onwenselijk (talent verloren)/ onrechtvaardig (afkomst):
  • Invoeren brugklas 
  • Invoeren studiefinanciering
  • Kansen voor meisjes sinds de jaren '60 namen toe
  • Verschil tussen allochtonen en autochtonen gaat langzaam

Slide 9 - Tekstslide

Noem 2 factoren die het verschil in kansen kunnen veroorzaken.

Slide 10 - Open vraag

Waarom bemoeit de overheid zich met ongelijke onderwijskansen? Noteer twee belangrijke redenen.

Slide 11 - Open vraag

Lees de bron. Zou je je afkomst beschouwen als 'brute luck' of 'option luck' ? Beargumenteer!

Slide 12 - Open vraag

Welke sociale verschillen wil de verzorgingsstaat overbruggen?
1. Verschil in hoge en lage inkomens:
  • door stelsel van sociale zekerheid (inkomensgarantie)
  • Via progressief belastingsstelsel (meerverdieners betalen relatief meer belasting (terugdringen inkomensverschillen = nivelleren).
  • Socialisten zijn voor nivelleren, liberalen in principe tegen (prikkel om te werken wordt verminderd)

Slide 13 - Tekstslide

Oude situatie inkomstenbelasting
Nieuwe situatie inkomstenbelasting

Slide 14 - Tekstslide

Noem 2 instrumenten die de overheid kan inzetten voor de herverdeling van inkomens

Slide 15 - Open vraag

Lees de bron. Hoe zou Ronald Dworkin oordelen over de Nederlandse progressieve belastingtarieven? Rechtvaardig of niet? Beargumenteer!

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Welke sociale verschillen wil de verzorgingsstaat overbruggen?
2. Verschil tussen jong en oud:
  • Hoge tempo vergrijzing
  • Wie betaalt de rekening? 
3. Autochtonen en allochtonen:
  • Discussie over de oorzaken van de verschillen (eigen inspanning?, vooroordelen, discriminatie?)
  • Stimuleren integratie door overheid (taal, inburgeringscursus, voorkomen tegenstelling zwarte en witte scholen)

Slide 19 - Tekstslide

Welke tegenstellingen zullen (volgens de WRR) in de toekomst zorgen voor druk op de verbindingsfunctie van de verzorgingsstaat?

Slide 20 - Open vraag