Woordenschat VSO

Woordenschat

1 / 41

Slide 1: Tekstslide

NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Doel:

Je leert de betekenis van 10 woorden.

Je kunt de woorden in een zin zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Woordhussel

Er liggen allemaal losse letters.....

Leg de letters samen in de goede volgorde.

Welk Nederlands woord ligt er?

timer

2:00

Slide 3 - Tekstslide

Gelukt?

Super!

Slide 4 - Tekstslide

verplicht

Slide 5 - Tekstslide

Haal je envelop bij mij!

10 woorden + 10 betekenissen.

Kun jij het juiste woord bij de juiste betekenis leggen?

Slide 6 - Tekstslide

Klaar?

Pak maar een werkblad

woordhussel

kruiswoordpuzzel

zinnen maken

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf je

antwoord

op je wisbord.

Slide 8 - Tekstslide

verplicht

Schrijf maar op je wisbord wat dit betekent.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent
verplicht?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

voorlopig

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent
voorlopig?

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Tekstslide

regelmatig

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent
regelmatig?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Tekstslide

argument

Slide 18 - Tekstslide

Wat betekent
argument?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Tekstslide

relatie

Slide 21 - Tekstslide

Wat betekent
relatie?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

maatregel

Slide 24 - Tekstslide

Wat betekent
maatregel?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

aantekening

Slide 27 - Tekstslide

Wat betekent
aantekening?

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Tekstslide

aanpassen

Slide 30 - Tekstslide

Wat betekent
aanpassen?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

verbeteren

Slide 33 - Tekstslide

Wat betekent
verbeteren?

Slide 34 - Woordweb

Slide 35 - Tekstslide

geschikt

Slide 36 - Tekstslide

Wat betekent
geschikt?

Slide 37 - Woordweb

Slide 38 - Tekstslide

Doel behaald?

Weet jij de betekenis van 10 woorden?

Kun jij de woorden in een zin zetten?

Slide 39 - Tekstslide

Weet jij de betekenis van de woorden?

😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

Kun jij de woorden in een zin zetten?