Spijsvertering deel 3 (dunne darm)

Spijsvertering deel 3
de dunne darm
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieSecundair onderwijs

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Spijsvertering deel 3
de dunne darm

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan de verschillende verteringsstappen in de dunne darm uitleggen en toepassen.
  • Je kan de absorptie van monomeren uitleggen.
  • Je kan de verschillen tussen chylomicronen, VLDL, LDL en HDL toelichten.

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje over de dunne darm. Neem voldoende notities tijdens het bekijken en beluisteren van dit filmpje.

Je verkrijgt vragen tijdens het filmpje.

Slide 3 - Tekstslide

8

Slide 4 - Video

00:47
Wat is het actief centrum?
A
Hier past het substraat perfect in.
B
Dit produceert de enzymen.
C
Hier komen de reactieproducten in terecht.
D
Dit wordt knipt een nutriënt en wordt dan passief.

Slide 5 - Quizvraag

00:54
Wat doen exopeptidasen?
A
Ze breken koolhydraten zoals zetmeel af.
B
Ze breken peptidebindingen af in een polypeptideketen zelf.
C
Ze breken polypeptidenketens af, ergens in de keten zelf.
D
Ze breken peptidebindingen af aan de uiteinden van een polypeptideketen.

Slide 6 - Quizvraag

01:18
Wat breekt sucrase af? En wat zijn de eindproducten?
A
sacharose wordt afgebroken tot glucose en fructose.
B
sucrose wordt afgebroken tot twee keer glucose.
C
sacharose wordt afgebroken tot glucose en galactose.
D
sucrose wordt afgebroken tot glucose en galactose.

Slide 7 - Quizvraag

05:58
Wat is altijd het hoofdbestanddeel van zo een "membraampje"?
A
triglyceriden
B
steroïden
C
fosfolipiden
D
proteïnen

Slide 8 - Quizvraag

06:15
Wat zijn monoglyceriden?
A
glycerol
B
glycerol + 1 vetzuur
C
1 vetzuur en nog 1 vetzuur
D
cholesterol met 1 staart

Slide 9 - Quizvraag

06:40
Hoe noemt men dat blaasje met onder ander triglyceriden erin?
A
chylomicron
B
cholesterol
C
LDL
D
HDL

Slide 10 - Quizvraag

09:34
Hoe noemt onze vetcellen nog?
A
epitheelcellen
B
adipocyten
C
apoptose
D
lymfocyten

Slide 11 - Quizvraag

10:35
Waarom is cholesterol absoluut noodzakelijk voor een cel?
A
Ze kunnen hier zelf vetzuren uitmaken.
B
Dit is een onderdeel van het celmembraan.
C
Het dient om gal aan te maken.
D
Het zorgt ervoor dat DNA kan aangemaakt worden.

Slide 12 - Quizvraag

Leg zelf kort de verschillen uit in samenstelling tussen chylomicronen, VLDL, LDL en HDL.

Slide 13 - Open vraag

Vanwaar komen de chylomyronen? Vanwaar VLDL? Vanwaar LDL? Vanwaar HDL?

Slide 14 - Open vraag

Waarom noemt men LDL slechte cholesterol en HDL goede?

Slide 15 - Open vraag

Belangrijk om te beseffen is dat het molecule cholesterol altijd hetzelfde is, of het nu in LDL of in HDL zit. 
Onze lever kan ook zelf cholesterol aanmaken, dus niet alle cholesterol is afkomstig van je voedsel.
Het (te) veel aanmaken van cholesterol is erfelijk. Een dieet volgen helpt, maar gaat te hoge concentraties aan LDL niet kunnen wegwerken, dan heb je medicatie nodig.

Slide 16 - Tekstslide

Hoe heb je dit onderdeel ervaren? Begrijp je alles?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll