§1.2 Verwering en erosie

§1.2 Verwering en erosie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§1.2 Verwering en erosie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  - Herhaling §1.1
  - Leerdoelen
  - Voorkennis activeren
  - Uitleg
  - Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Sleep de omschrijving naar het juiste type gebergte
Oud gebergte
Jong gebergte

Slide 3 - Sleepvraag

Eerst                               Daarna                          Nu
Sleep de plaatjes in de juiste volgorde. Hoe ontstonden de Alpen? 

Slide 4 - Sleepvraag

Nederland ligt ........ van een aardplaat
A
aan de rand
B
in het midden

Slide 5 - Quizvraag

Nederland

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de oorzaak voor het verschuiven van de aardplaten?
A
De platen liggen los en drijven op de oceanen.
B
De platen drijven op de stroming van de mantel.

Slide 7 - Quizvraag

Aardplaat
Aardplaat

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
Je begrijpt wat verwering en erosie is.
Je begrijpt hoe verwering en erosie voor reliëf zorgen.
 Je kunt het reliëf van gebieden op een kaart indelen in laagland tot en met hooggebergte.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe komt dit?

Slide 10 - Tekstslide

Hoogteverschillen
Europa kent veel hoogteverschillen in het landschap, dit wordt reliëf genoemd.

Slide 11 - Tekstslide

Laagland of laagvlakte
Dit is een gebied met weinig reliëf (max. 200m hoog).
Grote delen van Nederland zijn laagland.

Slide 12 - Tekstslide

Heuvelland
Een gebied met heuvels van 200 tot 500m, wordt heuvelland genoemd. Zuid-Limburg is hier een bijvoorbeeld van.

Slide 13 - Tekstslide

Middelgebergten
In gebieden met veel reliëf zijn de hoogteverschillen groter dan 500m. Er zijn middelgebergten, zoals de Eifel, met bergen tussen 500 tot 1.500 m hoog.

Slide 14 - Tekstslide

Hooggebergten
Er zijn ook hooggebergten, zoals de Alpen, met toppen van meer dan 1.500 m.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Verwering
"Het uiteenvallen van hard gesteente onder invloed van het weer en de werking van planten."

Slide 17 - Tekstslide

Verwering door: 

  •  IJs
  • Planten wortels

Gevolg: gesteente breekt af > puinhelling.

Slide 18 - Tekstslide

Erosie
"Het uitschuren en transporteren (bijv. stenen, grind, zand) van materiaal door water, wind en ijs."

Slide 19 - Tekstslide

Erosie is:
A
Materiaal dat is ontstaan door afbraak
B
Verweringsmateriaal
C
Afschuren van het aardoppervlak
D
Het neerleggen van sediment

Slide 20 - Quizvraag

Erosie komt door:
Rivier
Door de stroming van het water kan gesteente, grind, zand en klei getransporteerd worden.

Als dit proces lang genoeg doorgaat ontstaat er een V-dal.

Slide 21 - Tekstslide

Wind
Als het hard genoeg waait kan de wind klein materiaal meenemen. Denk bijvoorbeeld aan zand.

Slide 22 - Tekstslide

Gletsjers
Gletsjers bestaan uit ijs en sneeuw. Als de gletsjer naar beneden schuurt neemt het materiaal mee.

Slide 23 - Tekstslide