Palliatieve Zorg les 1

Palliatieve zorg & terminale zorg
rouw en verliesverwerking
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Palliatieve zorg & terminale zorg
rouw en verliesverwerking

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dood gaan........

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vind palliatieve zorg een lastig onderwerp om over te lezen en spreken
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder palliatieve zorg?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
 kst

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO, 2002:
“Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit van het leven verbetert van patiënten en hun naasten die te maken hebben met een levensbedreigende aandoening, door het voorkomen en verlichten van lijden, door middel van vroegtijdige signalering en zorgvuldige beoordeling en behandeling van pijn en andere problemen van lichamelijke, psychosociale en spirituele aard.”

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende fases
Curatieve fase -- gericht op genezing
  


Palliatieve fase  --  gericht op kwaliteit van leven



Terminale fase  -- gericht op de kwaliteit van sterven



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 4 fasen
  • Ziektegerichte palliatie:  behandeling zonder dat genezing mogelijk is.
  • Symptoomgerichte palliatie: verlichten en onder controle houden van de symptomen. 
  • Palliatie in de stervensfase:  aandacht van kwaliteit van leven naar     kwaliteit van sterven. Deze fase duurt meestal slechts een paar dagen, de  laatste dagen voor het overlijden.
  • Nazorg

 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MARKERING VAN DE TERMINALE FASE
-"SURPRISE QUESTION”

-RELATIEF KORTE PERIODE VAN PLOTSELINGE EN SNELLE ACHTERUITGANG NA EEN MIN OF MEER STABIELE PERIODE VAN DE ZIEKTE.

-EEN GELEIDELIJKE, MAAR PROGRESSIEVE ACHTERUITGANG, MET TUSSENTIJDSE ernstig ziek zijn


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MARKERING VAN DE TERMINALE FASE
Niet pluis gevoel:
  • Achteruitgang
  • Gewichtsverlies
  • Vermoeidheid
  • Minder eten en/ of drinken
  • Gedragsverandering
  • Minder mobiel
  • …………………

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advanced Care planning (ACP) 
Advance care planning is een proces waarbij de patiënt met zijn behandelend arts zijn wensen, doelen en voorkeuren voor zorg rond het levenseinde bespreekt en vastlegt = vroegtijdige zorgplanning.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Shared Decision Making
Gezamenlijke besluitvorming is een continu proces waarin zorg wordt afgestemd op de persoonlijke situatie en realiseerbare waarden, wensen en behoeften van de patiënt en diens naasten, bijv. over de te ondernemen acties of het te volgen behandelingsbeleid.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan welke symptomen denk je bij het onderwerp palliatieve zorg?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen en 4 dimensies
Psychisch domein:​

  • Depressie​
  • Angst​
  • Delier
  • Omgang met ziekte




Sociaal domein:
  • Eenzaamheid​
  • Financiële problemen​ 
  • Relationele problemen​ 
  • “Ik ben nog nodig”​
  • Contact met naasten
Fysiek domein:

  • Pijn​
  • Benauwdheid​/kortademigheid
  • Vermagering​
  • Vermoeidheid​
  • Onrust



Verwerkingsdomein:
  • Spiritueel lijden​
  • Zinloosheid​
  • Doodsangst​
  • Afhankelijkheid​
  • “Ik wil niet sterven

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlies en rouw
Rouwen om:​
Chronische pijn​
Chronische vermoeidheid​
Noodzaak andere leefwijze​
Verstoord zelfbeeld​
Rolverandering​
Knelpunten met werk en inkomen​
Verstoorde seksualiteit​
Verminderde levensverwachting​

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlies & rouw

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is rouw


een proces van aanpassen aan de situatie 
die ontstaat na verlies. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modellen bij rouwverwerking
1. Rouwtaken model van William Worden;
2. Fases van het rouwproces volgens Kubler-Ross;

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rouwtaken model
Taak 1. De realiteit van het verlies inzien en laten doordringen.
Taak 2. De pijn en het verdriet doorleven.
Taak 3. Het leven aanpassen.
Taak 4. Het verlies een plek geven en het leven opnieuw oppakken.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fases van het rouwproces volgens Kubler-Ross
Fase 1: Ontkenning: gebeurt niet met mij?
Fase 2: Woede: waarom met mij?
Fase 3: Onderhandeling (marchanderen): ik beloof een beter persoon te worden als.....
Fase 4: Verdriet/depressie; ik geef het op!
Fase 5: Acceptatie: verder met het leven


Slide 27 - Tekstslide

Marchanderen: ”Ik beloof een betere persoon te worden als...”
In deze fase probeert men te onderhandelen. Men belooft het één te doen als er iets anders tegenover staat. Men denkt bijvoorbeeld "Als ik vanaf nu heel aardig ben voor iedereen, dan kan ik vast mijn kinderen nog wel zien opgroeien". Veelal is de hoop (op herstel) een grote drijfveer.
Gecompliceerde rouw
  • Ernstige problemen met aanpassing aan het overlijden, nadat er al twaalf maanden verstreken zijn
  • Rouwverwerking is gestagneerd.




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden bij rouw
  • Aansluiten bij de zorgvrager en zijn situatie​ 
  • Vragen durven stellen en durven beantwoorden​
  • Dingen een naam durven geven​
  • Luisteren en luisteren en luisteren​
  • Waar nodig hulp inschakelen (psycholoog, geestelijk verzorger, familie etc…)​




Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies