HV2, lezen H3+H4, 24/1/22

Welkom HV2Q! 
Boek, schrift en pen? 
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond? 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom HV2Q! 
Boek, schrift en pen? 
Telefoon in de telefoontas?
Tas op de grond? 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Weet je het nog?
- Huiswerk bespreken
- Oefenen met tekstverbanden & signaalwoorden (Quizlet)
- Aan de slag!

Leerlingen online: jullie doen deze les mee, de volgende les niet. Het is die les de bedoeling dat je zelfstandig aan de slag gaat. 



Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?
De vorige les hebben we het gehad over feiten, meningen en argumenten.

Feit? 
Mening?
Argument? 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1 (blz. 108)
  • 1 de (musical)film La La Land
  • 2 een feit – toelichting: Je kunt controleren of het waar is.
  • 3 Het is terecht dat La La Land bij de Oscaruitreiking zes prijzen van de jury kreeg.
  • 4 La La Land is echt heel mooi / een heel mooie film.
  • 5 hoofdrolspelers, muziek, dansnummers en kleuren
  • 6 Het zijn twee jonge filmsterren naar wie je eindeloos blijft kijken: Emma Stone en Ryan Gosling.
  • 7 (1) Het roept veel emoties op. (2) Het is werkelijk prachtig.
  • 11 mening = Je zult dit een prachtige film vinden.
  • argument = La La Land bevat genoeg ingrediënten die de film een echte topper maken.
  • 12 Daarom



Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz. 109)
  •  Je mocht 2, 4, 8, 10, 11, 12 en 13 overslaan. 
  • 1 de Wadden / het Waddengebied 
  • 3 (1) Het Waddengebied is ontzettend mooi. (2) Iedereen kent het Waddengebied wel als het grootste natuurgebied van Nederland. 
  • 5. In alinea 3 staan vooral feiten, zoals ‘Het publiek kon stemmen op dertien plekken.’, ‘De Veluwe (Gelderland) en Nationaal Park Hollandse Duinen (Zuid-Holland) werden tweede en derde en een vakjury voegde daar nog een vierde winnaar aan toe: NLDelta Biesbosch-Haringvliet (Noord-Brabant, Zuid-Holland).’ ‘Het is 753.000 keer bekeken en heel vaak geliket.’
  • 6 middel = driehonderdduizend euro
doel = het gebied nog beter te beschermen en mooier te maken
signaalwoord = om



Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 2 (blz. 109)
  • 7. middel = filmpje van een scheermesje
  • doel = laten zien hoe bijzonder het Waddengebied is
  • 10 ‘Ik vind het oostelijk deel bij Rottum het allermooist (M). Daar is het nóg stiller dan op andere plekken (F) en er liggen verschillende zandbanken (F).’



Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden koppelen
Het is de bedoeling dat je signaalwoorden gaat herkennen waardoor je het juiste tekstverband weet.

Dus dat er letterlijk in je hoofd een signaal (sirene of zwaailicht) afgaat en je direct het het signaalwoord weet te koppelen.

Bijvoorbeeld: maar --> signaal --> tegenstelling!

Slide 7 - Tekstslide

Ga hiermee oefenen op Quizlet

1. https://quizlet.com/_9xjya7?x=1jqt&i=1mfqbk
OF
2. https://quizlet.com/_a5a5a9?x=1jqt&i=1mfqbk

Leer eerst zelf, daarna gaan we een wedstrijdje doen. 
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!

Wat? Maak opdracht 4. (blz. 112-113)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen. Wordt het te luid? Dan gaan we in stilte aan het werk. 
Tijd? We gaan vijftien minuten in stilte werken. 
Klaar? Kom dan bij me. 

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Lezen in 'Wild'

Slide 10 - Tekstslide

Feiten en meningen
Een feit is iets wat je kan controleren of iets waar of onwaar is. 

Een mening is iets wat iemand vindt. Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn. 

Een mening wordt ondersteund door een argument. Dat is waarom iemand iets vindt. Je herkent een argument aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers

Slide 11 - Tekstslide