Erfelijkheid Mutaties b10

Th4 Erfelijkheid b10 Mutaties

Bladzijde 182 t/m 186 tekstboek
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Th4 Erfelijkheid b10 Mutaties

Bladzijde 182 t/m 186 tekstboek

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je weet wat een mutatie is en hoe deze kan ontstaan
  2. Je kunt positieve en negatieve voorbeelden noemen van mutaties

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud van deze les

- Filmpje (5.41min) met uitleg over wat een mutatie is en wat de effecten zijn

- Vragen over basisstof 10 Mutaties

- Zijn er vragen of onduidelijkheden? Via de chat in TEAMS kun je vragen stellen.

Slide 3 - Tekstslide

In de volgende slide krijg je een filmpje te zien met uitleg over mutaties.
Tip! 

Maak aantekeningen bij het bekijken van het filmpje.
Dat helpt je bij het beantwoorden van de vragen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Mutatie
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Eigenschappen van een cel kunnen veranderen


Slide 6 - Tekstslide

Mutatie
Een organisme met een mutatie noemen we een mutant

De stof die de mutatie veroorzaakt noemen we een mutagene invloeden

Slide 7 - Tekstslide

Mutaties

Slide 8 - Tekstslide

Mutant

Slide 9 - Tekstslide

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is kanker. 

De mutagene invloeden zijn:
  • UV straling
  • Asbest
  • Sigarettenrook

Slide 10 - Tekstslide

Mutatie
Een voorbeeld van een mutatie bij mensen is de Britse variant van het covidvirus


Slide 11 - Tekstslide

Uitleg begrippen b10
Een mutatie is een plotselinge verandering van het genotype

Een organisme met een mutatie die tot uiting komt in het fenotype noemen we een mutant

Stoffen die een mutatie veroorzaken noemen we mutagene invloeden
> Voorbeelden van mutagene stoffen die kanker veroorzaken: uv-straling, asbest, sigarettenrook en röntgenstraling

Meestal heeft een mutatie alleen effect bij ééncellige organismen of wanneer deze heeft plaats gevonden tijdens of vlak na de bevruchting

Slide 12 - Tekstslide

Je krijgt nu vragen over mutaties
Voor het beantwoorden van de vragen kun je:

1. De informatie uit het filmpje gebruiken.
2. Blz. 182 t/m 186 uit je tekstboek gebruiken.
3. Een vraag via de chat in TEAMS stellen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het fenotype
B
Een verandering in het genotype

Slide 14 - Quizvraag

Is elke mutatie erg?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Bij een mutatie in welk type cellen zijn de gevolgen het grootst?





A
Bij een mutatie in bloedcellen.
B
Bij een mutatie in geslachtscellen.
C
Bij een mutatie in huidcellen.

Slide 16 - Quizvraag

we spreken van een mutant wanneer
A
een mutatie zichtbaar is in het genotype
B
een mutatie niet zichtbaar is in het genotype
C
een mutatie zichtbaar is in het fenotype
D
een mutatie niet zichtbaar is in het fenotype

Slide 17 - Quizvraag

Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Hoe is verandering van genotype mogelijk?
A
Mutatie
B
Geslachtelijke voortplanting
C
Kunstmatige selectie
D
Alle drie de antwoorden

Slide 19 - Quizvraag

In welke cellen kan een mutatie het grootste effect hebben? In lichaamscellen of in geslachtscellen?

Slide 20 - Open vraag

Wat is een mutant?

Slide 21 - Open vraag

De jongen in het midden op de foto is een albino. Kun je een nadeel noemen van het albino zijn in Tanzania?

Slide 22 - Open vraag

Geef twee voorbeelden van mutagene invloeden uit het milieu op een organisme

Slide 23 - Open vraag

Wanneer je tandarts een foto van je gebit maakt dan zal deze uit de ruimte gaan waar jij bent. Waarom?

Slide 24 - Open vraag

In de volgende twee slides wordt je doorgestuurd naar de website van KWF kankerbestrijding en schooltv.
Bekijk de filmpjes die hier getoond worden en beantwoord daarna de vragen. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Slide 27 - Video

Hoe ontstaat kanker?

Slide 28 - Open vraag

Wat gebeurt er bij uitzaaiingen?

Slide 29 - Open vraag

Leg uit hoe het kan dat een operatie meestal geen genezing geeft als er uitzaaiing heeft plaatsgevonden.

Slide 30 - Open vraag

Er zijn meer dan 100 verschillende vormen van kanker.
Elke soort kanker is een eigen soort kanker die zijn eigen behandeling heeft.
In de volgende twee slides zie je twee filmpjes waarin uitleg gegeven wordt over mogelijke behandelingen.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Welke soort kanker wordt vooral veroorzaakt door roken?
A
Huidkanker
B
Longkanker
C
Darmkanker
D
Buikvlieskanker

Slide 34 - Quizvraag

Stel een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Video

Einde van de les

Slide 37 - Tekstslide