Terugkijken op aandrijvingen
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noem enkele woorden uit de vorige les
Slide 2 - Woordweb
In hoeveel hoofdgroepen kun je aandrijvingen verdelen?
Slide 3 - Open vraag
Een aandrijving heeft een motor-as en een...........
A
Niet motor-as
B
Aandrijf-as
C
Draai-as
D
Centraal-as
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor een soort aandrijving heeft een fiets?
A
Directe aandrijving
B
In-directe aandrijving
Slide 5 - Quizvraag
Indirecte aandrijving
Onzin
V-snaar
Elektromotor
Draad
Stang
Waterpas
Getande riem
Tandwiel
Compressie
Ketting
Repressief
Slide 6 - Sleepvraag
Maak als eerste een foto van een directe aandrijving.
Slide 7 - Open vraag
Als je het toerental wilt wijzigen maak je gebruik van........
A
Directe aandrijving
B
Indirecte aandrijving
Slide 8 - Quizvraag
Bij welke aandrijving zit altijd een mechanisme tussen?
Slide 9 - Open vraag
Vul onderstaande formule aan:
d1 * n1 =
d1 * n1 =
A
n1 * d1
B
n2 * n2
C
d2 * n2
D
d1 * d2
Slide 10 - Quizvraag
Wat is GEEN doel van een indirecte aandrijving
A
Rendement verbeteren
B
Wijzigen toerental
C
Van draaiend naar rechtlijnige beweging
D
Beweging die niet in verlengde ligt
Slide 11 - Quizvraag
Toerental
Diameter
Overbrengverhouding
d
n
i
