5 VWO Econ Crisis H5 pt 2

wat vind je ervan om in "the final stretch" van dit schooljaar te komen?
1 / 14
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

wat vind je ervan om in "the final stretch" van dit schooljaar te komen?

Slide 1 - Woordweb

Overzicht
  • Een paar vragen over monetaire beleid
  •  Verkeersvergelijking van Fisher - relatie tussen hoeveelheid geld, economie patronen, en prijzen
  • Huiswerkopdrachten bespreken
  • Weektaak: 5.1 t/m 5.21 + 5.33 (5.22 t/m 5.32 + 5.34 keuze opdrachten)
  • Volgende week: 6.1 t/m 6.12 + 6.23

Slide 2 - Tekstslide

Als er sprake is van hyperinflatie, waarom kan geld dan als rekeneenheid niet meer functioneren?

Slide 3 - Open vraag

Het fiscale beleid komt van de overheid, maar het monetair beleid komt meestal van een (onafhankelijke) Centrale Bank. Waarom?

Slide 4 - Open vraag

We spraken over drie beleidsinstrumenten van de centrale bank: kies er een en leg uit hoe het werkt.

Slide 5 - Open vraag

Als geld "denkbeeldig" is, waarom is het dan belangrijk om de geldhoeveelheid zo zorgvuldig te beheren?

Slide 6 - Woordweb

Omloopsnelheid van geld

  • Stel je de economie voor in een kleine dorp (Castricum...) - Closed economy!
  • Als tien bedrijven elk 100 euro per dag verdienen, wil dat niet zeggen dat er in totaal 1000 euro in de economie zit
  • In een economisch systeem doen mensen zaken met elkaar - kopen en verkopen met elkaar
  • Ze wisselen steeds hetzelfde geld uit - het is niet voor elke transactie een nieuw dollar bill

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

MV = PT
  • De waarde van de transacties is hoger dan het totale geldbedrag omdat hetzelfde geld steeds opnieuw wordt gebruikt 
  • M - hoeveelheid geld (Money)
  • V - omloopsnelheid van de geld (Velocity)
  • P - prijs (Price)
  • T - transacties - hoeveelheid goederen en diensten (Transactions)
  • (opgaven 5.14 en 5.15)

Slide 9 - Tekstslide

MV = PT
  • M = Bakker (35) + slager (20) + groenteteler (25) = 80
  • V = ??
Transacties * Prijs = 200 - De waarde van de transacties
  • 20*3 = 60 (groenten) + 14*5 = 70 (gehakt) + 35*2 = 70 (brood)
  • 80V = 200 --> Er werd 80 euro gebruikt om voor 200 euro aan transacties te doen
  • V = 2.5 --> elke euro 2,5 keer gebruikt

Slide 10 - Tekstslide

MV = PYr
  • De centrale bank moet de geldhoeveelheid beheren voor een heel land of een groter gebied zoals de EU
  • PYr = nominaal BBP
  • P en M zijn allebei DENKBEELDIG --> geen vaste waard, maar toch belangrijk!
  • Yr --> reel BBP (lastig om direct te meten!  Dus gebruiken wij waard in euros als rekeneenheid!)

Slide 11 - Tekstslide

De verkeersvergelijking van Fisher is een model voor een gesloten economie. Kunnen we dit model toepassen op Nederland?

Slide 12 - Open vraag

Verder
  • Vragen over monetaire beleid?
  • Vragen over verkeersvergelijking van Fisher? MV = PT
  • Verder met huiswerk opdrachten (volgende dia)

Slide 13 - Tekstslide

Welke opgaven wil je bespreken?

Slide 14 - Woordweb