20250514 OMGK VIP23 niveau 4 leerjaar 2: blok 8: les 3: Diversiteit , LHBTI

VIP23
OMGANGSKUNDE
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands, LOB en omgangskunde bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

VIP23
OMGANGSKUNDE
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands, LOB en omgangskunde bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.

david.lindenaar@vonknh.nl

Slide 1 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

6. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.




Slide 3 - Tekstslide

Planning VIP23
Omgangskunde blok 8
Woensdag 16-04: Week 1: Gastles verpleegkundig specialist chirurgische oncologie en consulent seksuele gezondheid
Woensdag 07-05: Week 2: Wat is het verschil tussen intimiteit, seksualiteit en erotiek? 
Woensdag 14-05: Week 3: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Woensdag 21-05: Week 4: Gastles COC over diversiteit 
Woensdag 28-05: Week 5: Hoe start ik het gesprek over seksualiteit en intimiteit bij ouderen? Bespreekbaar maken Seksualiteit bij ziekte en beperking (dysfunctie)
Woensdag 11-06: Week 6: uitval (geen les) 
Woensdag 18-06: Week 7: Waar ligt jouw grens en hoe maak je dit bespreekbaar
Seksualiteit in de multiculturele samenleving
Woensdag 25-06: Week 8: Kim Hart: Training grenzen aangeven
Woensdag 02-07: Week 9: Preventie Seksueel misbruik in de zorginstellingen
Woensdag 09-07 week 10: Inleveren van reflectie 

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik:

Wat is het verschil tussen intimiteit, seksualiteit en erotiek? 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen intimiteit,
seksualiteit en erotiek? 
Geslacht, geloof, culturele achtergrond, opvoeding en ervaringen kunnen van invloed kunnen zijn over hoe iemand denkt over liefde en relaties.


Hoe kunnen deze punten het denken van iemand over relaties beïnvloeden?

Beantwoord de vraag met minimaal een voorbeeld van de termen hier boven. Werk het antwoord uit in groepjes van 4 personen

timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen intimiteit,
seksualiteit en erotiek? 
Dubbele moraal: wanneer eenzelfde persoon dezelfde handeling, uitgevoerd door twee verschillende personen, anders beoordeelt. 

Voorbeelden:
Relaties: Het is gebruikelijk dat een man de eerste stap moet zetten in een relatie, terwijl vrouwen vaak niet dezelfde druk ervaren.

Sociale normen: Mannen worden soms aangemoedigd om assertief te zijn, terwijl vrouwen voor hetzelfde gedrag als agressief kunnen worden bestempeld.


Slide 7 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTI 

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel:
Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 

Geschiedenis van homoseksualiteit 

Begrippen als:
  • Homoseksueel
  • Lesbisch
  • Biseksueel
  • Travestie
  • Transseksueel

Discriminatie wegens seksuele geaardheid

Slide 9 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+
Geschiedenis van homoseksualiteit 
  • Homoseksualiteit van vrouwen en mannen heeft altijd al bestaan en komt in alle
    culturen voor. 

  • Er zijn teksten en tekeningen van duizenden jaren geleden uit de Griekse en Romeinse tijd en uit oude Aziatische culturen waaruit blijkt dat homoseksualiteit toen al voorkwam.

  • Homoseksualiteit komt ook in Afrika en in de Arabische wereld voor. In deze culturen en landen wordt homoseksualiteit verzwegen. 

  • Homoseksualiteit wordt vaak niet geaccepteerd of is zelfs strafbaar.

  • Er zullen altijd mensen met homoseksuele gevoelens zijn maar deze gevoelens niet openlijk uiten: daardoor lijkt het alsof ze er niet zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Maak een groepje van 4 personen. Verdeel de begrippen. Schrijf per persoon twee begrippen in jouw eigen woorden op. Bespreek de omschrijvingen. Gebruik geen telefoon.
 
  • Seksuele geaardheid
  • Heteroseksueel
  • Homoseksueel
  • Lesbisch
  • Biseksueel
  • Travestie
  • Transseksueel
  • Intersekse persoon
  • Coming out

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Seksuele geaardheid


Heeft te maken met:

  • Wat je voor een ander voelt (gevoelens)
  • Wat voor seksuele contacten en relaties je hebt (gedrag)
  • Hoe je jezelf noemt (identiteit)

Is de aard van de seksuele aantrekking ervaren door een persoon, waaronder heteroseksualiteit, homoseksualiteit, biseksualiteit en aseksualiteit.

Slide 12 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Gevoelens, gedrag, identiteit


  • Niet iedereen met homo- of biseksuele gevoelens heeft ook homo- of biseksuele contacten.
  • 10-25% van de jongeren fantaseert wel eens over vrijen met iemand van hetzelfde geslacht of heeft dat wel eens gedaan.
  • Niet iedereen met homo- of biseksuele contacten noemt zichzelf ook homoseksueel of biseksueel (identiteit).
  • Ongeveer 10% van de mensen noemt zich homoseksueel of lesbisch.

Slide 13 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Heteroseksueel

  • Iemand die zich aangetrokken voelt tot iemand van het andere geslacht. Dus: mannen die op vrouwen vallen en vrouwen die op mannen vallen
  • Het gaat om liefde en aantrekkingskracht.

Heteroseksualiteit is een seksualiteit die wordt gekenmerkt door een exclusieve voorkeur voor personen 
van de andere sekse. Enerzijds verwijst de term naar seksuele handelingen en/of verlangens tussen 
mensen van verschillend geslacht, anderzijds naar een seksuele identiteit of oriëntatie gekenmerkt 
door een romantisch of seksueel verlangen naar mensen van de andere sekse.

Slide 14 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Homoseksueel

  • Iemand die zich aangetrokken voelt tot iemand van hetzelfde geslacht. Dus: mannen die op mannen vallen en vrouwen die op vrouwen vallen
  • Het gaat om liefde en aantrekkingskracht

Homoseksualiteit is seksuele gerichtheid op mensen van hetzelfde geslacht. De term homoseksualiteit wordt vaak synoniem gebruikt voor mannelijke homoseksualiteit, mede omdat ook vanuit de geschiedschrijving de nadruk op homoseksualiteit tussen mannen ligt.
 

Slide 15 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Lesbisch

  • Vrouwen die op vrouwen vallen.
  • Het gaat om liefde en aantrekkingskracht.

Lesbianisme of vrouwelijke homoseksualiteit is de seksuele en/of emotionele voorkeur van vrouwen voor andere vrouwen. Iemand die lesbisch is wordt ook wel een lesbienne genoemd.

Slide 16 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Biseksueel

  • Iemand die op mannen én vrouwen valt.
  • Het gaat om liefde en aantrekkingskracht.

Het begrip biseksualiteit is een van de vijf classificaties van seksuele geaardheid. De andere vier zijn heteroseksualiteit, homoseksualiteit, panseksualiteit en aseksualiteit. Een persoon met een biseksuele identiteit hoeft zich niet in gelijke mate aangetrokken te voelen tot beide seksen. Mensen met een voorkeur voor een van beide seksen kunnen zichzelf toch biseksueel noemen, als ze in meer of mindere mate ook een seksuele aantrekking tot de andere sekse ervaren.

Slide 17 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Travestie:

  • Het kleden als iemand van het andere geslacht.
  • Dit komt bij hetero’s en homo’s voor.
  • Het heeft vaak niets te maken met liefde en seksuele aantrekkingskracht.

Travestie is het gekleed gaan op een wijze die in de betreffende plaats en tijd cultureel geldt als die van een lid van de andere sekse. Dit gaat vaak samen met andere vormen van genderexpressie. Travestie komt zowel bij mannen als vrouwen voor. Travestie kan een vorm van expressie zijn, maar ook een seksuele fetisj.


Slide 18 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Transseksueel: Iemand die voor het gevoel tot een andere sekse behoort en die een geslachtsverandering wil ondergaan of al ondergaan heeft. Heet ookwel genderdysforie of transgenderisme.  

  • Iemand die voelt dat hij of zij in het verkeerde lichaam is geboren.
  • Dit gaat over het geslacht (het lichaam), niet over op wie je valt; een transseksueel kan hetero of homo zijn.
  • Iemand kan als man zijn geboren, maar zich vrouw voelen óf als vrouw zijn geboren, maar zich man voelen.
  • Transseksualiteit is iets anders dan travestie: bij transseksualiteit wil iemand écht veranderen van geslacht. Dit kan door middel van hormonen en operaties.
  • In Nederland mag dit als je 18 jaar of ouder bent en als uitgebreid onderzocht is of je dit echt wilt.



Slide 19 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Intersekse persoon

Mensen met een lichaam dat zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken heeft. 


Slide 20 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Coming out


  • Betekent uit de kast komen: openlijk uitkomen voor je homoseksuele, lesbische of biseksuele gevoelens.
  • Hetero’s kennen geen coming out: je hoeft niet te vertellen dat je hetero bent, omdat iedereen dat al van je verwacht.

Het moment waarop iemand openlijk voor de eigen seksuele geaardheid of genderidentiteit uitkomt.


Slide 21 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+

Ga terug naar het groepje van 4 personen. Bespreek de onderstaande vragen met elkaar. Benoem een tijdswaarnemer en een notulist. Schrijf de antwoorden op. 


  1. Zien jullie veel seksuele diversiteit om je heen?
  2. Hoe denk je dat het is om uit de kast te komen? (als je hier geen ervaring mee hebt)
  3. Hoe wordt er in Nederland omgegaan met diversiteit?
  4. Is Nederland modern t.a.v. andere landen in omgaan met diversiteit?
  5. Wat kan er volgens jullie verbeterd worden ten aanzien van omgaan met seksuele diversiteit?





timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+
Homoseksualiteit Afl.2 Jul 2012, 30 min 12 sec

https://npo.nl/start/serie/metropolis/seizoen-10/homoseksualiteit_7/afspelen

Slide 23 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Ga terug naar het groepje van 4 personen. Benoem een tijdswaarnemer en een notulist. Schrijf de antwoorden op. 

Zoek allemaal met de telefoon een afbeelding op die volgens jou iets zegt over: 
Maak een keuze uit:


  • Acceptatie
  • Je buitengesloten voelen
  • Je anders voelen
  • Seksuele geaardheid
  • Stigma’s (een sterk negatief label dat mensen 'opgeplakt' krijgen)


Leg aan de groep uit waarom jij deze afbeelding hebt gekozen en welk verhaal hierbij zou passen.





timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 
Grondwet: Artikel 1: 

Recht op gelijke behandeling en discriminatie is strafbaar:

Discriminatie op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap of seksuele gerichtheid is niet toegestaan. Dit artikel gaat over het gelijkheidsbeginsel en verplicht wetgever, bestuur en rechters om mensen in gelijke gevallen op een gelijke manier te behandelen.

Slide 25 - Tekstslide

Terugblik:
Week 3: woensdag 14-05: Diversiteit , LHBTIQ+ 

Geschiedenis van homoseksualiteit 

Begrippen als:
  • Homoseksueel
  • Lesbisch
  • Biseksueel
  • Travestie
  • Transseksueel

Discriminatie wegens seksuele geaardheid

Slide 26 - Tekstslide