Les: Verschillende emoties

Les: Verschillende emoties
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Les: Verschillende emoties

Slide 1 - Tekstslide

Introductie 
Bloedchagrijnig zijn, heel vrolijk zijn, verliefd zijn of koken van woede. Dit zijn allemaal emoties die we meemaken.

Tijdens de pubertijd ervaar je veel emoties en wisselen deze emoties zich vaak af.

In deze les gaan we dieper in op emoties en kijken we naar de rol van de hersenen.

Slide 2 - Tekstslide

  • Wat verwacht je?
  • Hoe doe je het nu?
  • Aan de slag
  • Experiment
  • Quiz
  • Afsluiting 


Hoe doe je het nu?
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Dit is het einde van de les.
Inhoudsopgave Les

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de trailer van Inside Out.

  • Herken jij deze scène?
  • Heb je dit weleens meegemaakt met je ouders of verzorgers?
Bron: Inside Out, Pixar
1. Wat verwacht je?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe reageer jij in bepaalde situaties?

Ben je iemand die eerst nadenkt of meteen reageert? En als je reageert, reageer je dan heel fel of rustig?

Er is geen goed of fout.
2. Hoe doe je het nu?

Slide 5 - Tekstslide


Je krijgt een proefwerk terug met een 10!
Hoe zou jij reageren en waarom?

Slide 6 - Open vraag


Iemand dringt voor in de rij.
Hoe zou jij reageren en waarom? 

Slide 7 - Open vraag


Je bent zonder reden heel droevig.
Hoe zou jij reageren en waarom?

Slide 8 - Open vraag


Je hebt straks een presentatie en bent ongerust.
Hoe zou jij reageren en waarom?

Slide 9 - Open vraag

3: Verschillende emoties
  • Theorie
  • Opdracht 
  • Theorie
Je gaat nu aan de slag met dit onderwerp.
In de pubertijd maken we veel verschillende emoties mee, maar kunnen we deze ook een beetje reguleren?
3. Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide


In je pubertijd kunnen emoties best heftig zijn. Je kunt het ene moment heel boos zijn en een kwartier later weer dubbel liggen van het lachen.
 
Emoties bepalen hoe we reageren, beïnvloeden beslissingen en bepalen hoe we communiceren.

Emoties onder controle houden noemen we emotieregulatie. Het doel van emoties reguleren is de intensiteit (heftigheid) van emoties veranderen.


Theorie 1: Verschillende Emoties

Slide 11 - Tekstslide

Instructie

  • Werk in tweetallen.

  • Eén is de dealer/uitvoerder, de ander is de rader.

  • De dealer klikt op 'start' en drukt op 'deal'. De rader mag het scherm niet zien.

  • Er verschijnt een emotie. De dealer gaat de emotie uitleggen in woorden, maar mag niet het woord zelf zeggen. De rader probeert de emotie te raden.

  • Wissel na drie emoties om van rol.

  • Klik op de kaarten voor het spel.





Klik hier voor het spel.
Klik hier voor het spel.
Opdracht 1: Emoties in woorden uitdrukken

Slide 12 - Tekstslide

Als tiener ervaar je emoties heftiger dan volwassenen.
De activiteit in je hersenen is sterker dan bij volwassenen.

Dit is een reden dat jij als tiener soms heftiger kunt reageren op bepaalde emoties.

Nu je dit weet, kun je kijken wat je kunt doen als je een heftige emotie voelt.


onvoldoende voor een proefwerk
Je hebt een onvoldoende gehaald voor een proefwerk. Je bent nu boos, verdrietig en in paniek. Je kunt bij de pakken neer gaan zitten en piekeren: "Stel dat ik alleen maar onvoldoendes blijf halen" of "Ik ga nooit over". Deze reactie is begrijpelijk, maar niet heel nuttig.
   
Wat je beter kunt doen, is proberen je negatieve emotie om te zetten in een positieve of realistische emotie.
Theorie 2: Negatieve emoties uitzetten

Slide 13 - Tekstslide

Werk in tweetallen. 
 
  • Een leerling per tweetal gaat met de rug naar het scherm zitten.
     
  • De docent draait aan de emotie-spinner. 
     
  • De leerling die het scherm wél kan zien beeld zonder te praten de emotie op de spinner uit. 
     
  • De leerling met de rug naar het scherm moet de emotie raden. 
     
  • Wissel na drie emoties om van beurt.
4: Experiment

Slide 14 - Tekstslide

Quiz: Emoties
5: Quiz

Slide 15 - Tekstslide


Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Welke woorden passen bij woede?
A
leed, verdriet, huilen
B
vreugde, springen, lachen
C
giftigheid, kwaad, ruzie
D
paniek, angst, hulp

Slide 16 - Quizvraag


Welke woorden
passen bij angst?
A
razernij, woede, schreeuwen
B
huppelen, springen, zingen
C
afschuw, vies kijken, haat
D
schrik, bibberen, bang

Slide 17 - Quizvraag


Welke woorden passen
bij blijdschap?
A
tegenzin, afstoten, walg
B
droefenis, hartzeer, leed
C
plezier, vermaak, vrolijkheid
D
boosheid, kwaad, lastig

Slide 18 - Quizvraag


Welke woorden
passen bij afkeer?
A
afschuw, tegenzin, hekel
B
zingen, lachen, springen
C
toorn, woest, schreeuwen
D
huilen, rouw, neerslachtig

Slide 19 - Quizvraag


Welke woorden
passen bij verdriet?
A
haat, nijd, agressie
B
droefenis, treurig, eenzaamheid
C
lachen, opgewekt, positief
D
tegenzin, afkeer, hekel

Slide 20 - Quizvraag

In deze les heb je geleerd:

  • Waarom emoties bij jongeren heftiger kunnen zijn.
  • Dat emotieregulatie belangrijk is.
  • Hoe je emoties in woorden en gedrag kunt uitdrukken.


6. Afsluiting

Slide 21 - Tekstslide