Doelgroepen - Kraamzorg

Doelgroepen - Branche Kraamzorg
Woensdag 25-6-2025
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Doelgroepen - Branche Kraamzorg
Woensdag 25-6-2025

Slide 1 - Tekstslide

Programma
14:30-15:00 Theorie Kraamzorg
15:00-15:45 Zelfstandig werken
15:45-16:00 Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Kan ik benoemen wat de branche kraamzorg inhoudt en in welke zorgsetting dit voorkomt.
  • Kan ik minimaal 3 ziektebeelden benoemen die in de kraamzorg voorkomen.
  • Kan ik minimaal 3 taken benoemen van de verpleegkundige in de kraamzorg.

Slide 3 - Tekstslide

Wat komt er volgens jou kijken bij het werk in de kraamzorg?

Slide 4 - Open vraag

Wat is kraamzorg?
  • Kraamzorg is gericht op het bieden van zorg, ondersteuning, instructie en voorlichting aan moeder, haar partner en kind. Het doel is dat de ouders zelfstandig voor hun kind kunnen zorgen en de dagelijkse bezigheden weer kunnen oppakken. 
  • De indicatie voor kraamzorg wordt in de 7e maand gesteld door een intake gesprek volgens het LIP (Landelijke indicatie protocol kraamzorg).
  • De wet schrijft voor dat moeder en kind recht hebben op kraamzorg tot 6 weken na de bevalling, maar de zorg wordt meestal beperkt tot de eerste 8 of 10 dagen.
  • Een MBO/HBO-opleiding Verpleegkunde is de basis voor werken in de kraamzorg. Voor een specialisatie tot obstetrieverpleegkundige is vaak een aanvullende opleiding of scholing nodig. 

Slide 5 - Tekstslide

Plaats van bevalling
- Thuis (30%) (onder begeleiding van de verloskundige met assistentie van de kraamzorg)
- Poliklinische of verplaatste thuis bevalling (2-3 uur na bevalling naar het kraamhotel of naar huis)/klinische bevalling op medische indicatie
- Kraamhotel, geboortehotel, kraamsuite (overnachting, 24/7 kraamzorg)


Slide 6 - Tekstslide

Waar is de verpleegkundige vooral actief in de kraamzorg?
  • In het ziekenhuis: Bij kraamvrouwen en pasgeborenen die medische ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld na een keizersnede, bij complicaties of wanneer de baby extra zorg (zoals op de neonatologie) nodig heeft.
  • Bij thuiszorg voor moeder of baby die extra medische zorg nodig hebben, bijvoorbeeld bij wondverzorging, toediening van medicatie, of bij gezondheidsproblemen.
  • Ondersteuning van kraamverzorgenden wanneer er medische handelingen moeten worden uitgevoerd die zij niet mogen doen.
  • In kraamklinieken waar medisch specialistische zorg en verpleegkundige zorg samenkomen.

Slide 7 - Tekstslide

Welke ziektebeelden kom je tegen bij de moeder in de kraamzorg?
  • Aambeien: Uitstulpingen van bloedvaatjes bij de anus, vaak veroorzaakt door druk tijdens zwangerschap en bevalling.
  • Bandenpijn: Pijn in onderbuik of liezen door het verzwakken van de banden die de baarmoeder op zijn plaats houden.
  • Bekkenbodemklachten: Pijn of ongemak in de bekkenbodem, soms met incontinentie tot gevolg.
  • Bloedverlies (fluxus): Normaal na de bevalling, maar overmatig bloedverlies kan een complicatie zijn.
  • Gevoelige hechtingen: Pijn of ongemak bij hechtingen in vagina of perineum.
  • Naweeën: Pijnlijke samentrekkingen van de baarmoeder die helpen deze te laten krimpen en bloedverlies te beperken.
  • Tepelkloven: Pijnlijke scheurtjes of wondjes in de tepels, vaak door het voeden van de baby.
  • (Pre-)eclampsie, hoge bloeddruk, zwangerschapsdiabetes: Aandoeningen die tijdens zwangerschap kunnen ontstaan en nazorg vereisen.
  • Kraamvrouwenkoorts: Infectie in of rond de baarmoeder, vaak met koorts.
  • Psychische klachten: Babyblues, postpartum depressie, postpartum psychose; variërend van tijdelijk tot ernstig.

Slide 8 - Tekstslide

Welke ziektebeelden kom je tegen bij de baby in de kraamzorg?
  • Geelzucht: Geelkleuring van huid en ogen door onrijpe lever en afbraak rode bloedcellen.
  • Huilbaby: Baby huilt langdurig zonder duidelijke oorzaak, vaak door darmkrampjes of prikkels.
  • Spruw: Witte vlekjes in de mond die niet wegvegen, veroorzaakt door een schimmelinfectie.
  • Koorts of ondertemperatuur: Te hoge of te lage lichaamstemperatuur, kan wijzen op infectie of verkeerde omgevingstemperatuur.
  • Lage bloedsuiker: Slapheid, trillen of slecht drinken door te weinig suiker in het bloed. 
  • Darmkrampjes Onrust en huilen door krampjes in de nog onrijpe darmen.
  • Aangeboren afwijkingen: Bijvoorbeeld open gehemelte, heupdysplasie of hartafwijkingen; sommige zichtbaar bij geboorte.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke disciplines kom je tegen in de kraamzorg?
  • Kraamverzorgende: Zorgt voor de dagelijkse verzorging en ondersteuning van moeder en baby in het kraambed.
  • Verloskundige: Begeleidt zwangerschap, bevalling en kraambed, en signaleert medische problemen.
  • Huisarts: Biedt nazorg aan moeder en baby na ontslag uit het ziekenhuis en behandelt eventuele gezondheidsklachten.
  • Lactatiekundige:Adviseert en ondersteunt bij borstvoedingsproblemen.
  • Gynaecoloog: Specialist die medische zwangerschaps- en bevallingsproblemen behandelt, vooral bij risicovolle situaties.
  • Kinderarts: Behandelt zieke pasgeborenen en geeft medisch advies over babyzorg

Slide 11 - Tekstslide

Wat doe je als verpleegkundige in de kraamzorg?
  • Ondersteunen: Assisteren bij de bevalling, baby verzorgen (luier verschonen, in bad te doen en afdrogen, aankleden), gezondheid van baby controleren (temperaturen & navel verzorgen), kraamvrouw helpen bij borst- /flesvoeding, controles doen (bloeddruk en polsslag opmeten van moeder & veilig slapen) en ook huishoudelijke taken.
  • Voorlichting geven aan ouders.
  • Observeren, op tijd signaleren en rapporteren!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Zelfstandig werken

Slide 15 - Tekstslide

Aan het einde van deze les...
  • Kan ik benoemen wat de branche kraamzorg inhoudt en in welke zorgsetting dit voorkomt.
  • Kan ik minimaal 3 ziektebeelden benoemen die in de kraamzorg voorkomen.
  • Kan ik minimaal 3 taken benoemen van de verpleegkundige in de kraamzorg.

Slide 16 - Tekstslide

Afronding
Stop: Wat vond je minder fijn aan deze les?
Start: Wat zou je willen dat ik volgende keer anders doe?Continue: Wat vond je goed en moet blijven zoals het is?

Slide 17 - Tekstslide

Start om 14.15 uur! 
14.15 - 14.35  = Ziekenhuis Jessica, Jeroen, Anouk, Marwa 
14.40 - 15.00 = GHZ Desmond, Sidney, Jonathan
10 min pauze
15.10 - 15.30  = GGZ Lucinda, Suzanne, Esther, Parwin
15.35 - 15.55 = Kraamzorg Eveline, Olaf, Rienk 
15.55 - 16.00 Afronding

Slide 18 - Tekstslide