7.5 Klimaatverandering

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 4 - Quizvraag

Welke energiebronnen is geen fossiele energiebronnen?
A
aardolie
B
hout
C
steenkool
D
aardgas

Slide 5 - Quizvraag

Fossiele brandstof
Duurzame energie

Slide 6 - Sleepvraag

Wat is kernenergie?
A
Kernenergie is energie die wordt gemaakt door uranium te splitsen
B
Kernenergie bestaat nog niet
C
Kernenergie ontstaat door naar de naar de kern te graven van de aarde
D
Kernenergie is energie die wordt gemaakt met steenkool

Slide 7 - Quizvraag

Duurzame energie
Windkracht  
Zonne-energie
Waterkracht

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Blz. 170-172

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Het 'gewone' broeikaseffect is hetzelfde als het versterkte broeikaseffect.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 20 - Quizvraag

Door klimaatverandering...
A
zijn er minder hevige buien en is er minder smeltwater
B
zijn er minder hevige buien en is er meer smeltwater
C
zijn er vaker hevige buien en is er meer smeltwater
D
zijn er vaker hevige buien en is er minder smeltwater

Slide 21 - Quizvraag

Klimaatverandering:
A
Hoeven wij niets mee
B
Is niet zo erg als veel mensen denken
C
Ik maak me er wel zorgen over
D
We moeten nu actie ondernemen

Slide 22 - Quizvraag