Les 5 1HM2

• Aardrijkskunde

Over hoeveel jaar werd het klimaat ook alweer berekend?

1. 20 jaar
2. 30 jaar
3. 40 jaar
4. 50 jaar

Hoe ontstaan de seizoenen?

Er zijn drie factoren die invloed kunnen hebben op de temperatuur. Welke zijn dit?

Waarom wordt het in Nederland niet heel koud als de wind uit het westen komt?

Als de wind in Nederland van oost naar west waait, dan hebben we een:

1. Aanlandige wind
2. Aflandige wind

Waar is de invalshoek van de zon het grootst?

1. Noordpool
2. Nederland
3. Evenaar
4. Zuidpool

Bij een kleinere invalshoek wordt de zonnestraling over een groter oppervlak verspreid.

1. Juist
2. Onjuist

Welke onderdelen uit paragraaf 2 en 3 vind je nog lastig? Waar ga je dus nog extra aandacht aan geven?

Paragraaf 4 Neerslag

Lees nu eerst paragraaf 4 en onderstreep de belangrijkste dingen. 

Soorten neerslag

Bekijk de grafiek in de vorige dia, welke conclusie kun je uit deze grafiek trekken?

Wat is stijgingsneerslag?

Waar komt stijgingsneerslag veel voor logischer wijs?

1. Bij de polen
2. Boven zee
3. Boven land
4. Bij de evenaar

Moeite met de vragen? Lees de tekst de volgende keer met meer aandacht!

Handig ezelsbruggetje stuwingsneerslag:

Loef = bedroefd Lij = blij

Maak de opdrachten van paragraaf 4 in de digitale methode.

Geef antwoord op de vragen alsof het toestvragen zijn.

Maak de opdrachten van paragraaf 4 in de digitale methode