BS 6: Gezond bewegen

4.6 GEZOND BEWEGEN 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4.6 GEZOND BEWEGEN 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 4.6  Gezond bewegen

   - Je weet dat spieren sterker worden door training.
   - Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is
      voor je gezondheid.
   - Je weet hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Motorische geheugen: Beweging is opgeslagen
Geautomatiseerde beweging: Beweging die je kan uitvoeren zonder na te denken

Slide 4 - Tekstslide

Conditie: Langer en sneller bewegen

Slide 5 - Tekstslide

Coördinatie: verschillenden spieren werken goed samen

Slide 6 - Tekstslide

Een slechte coördinatie

Slide 7 - Tekstslide

Spieren trainen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarom is het goed om meerdere sporten te doen?

Slide 10 - Open vraag

Hoe ontstaat spierpijn?

Slide 11 - Open vraag

Spierpijn
In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 12 - Tekstslide

Spierpijn
Kleine beschadigingen in de spieren

Meer trainen -> sterkere spieren -> minder snel beschadigd

Slide 13 - Tekstslide

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging. Ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 14 - Tekstslide

RSI

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen
2. Intapen
3. Warming-up
4. Rek oefeningen
5. Cooling-down

Slide 17 - Tekstslide

Waar hebben we het over gehad?

   - Je weet dat spieren sterker worden door training.
   - Je kunt uitleggen dat lichaamsbeweging goed is
      voor je gezondheid.
   - Je weet hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 18 - Tekstslide

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die een opgaande beweging mogelijk maken
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die een beweging tegenhouden

Slide 19 - Quizvraag

Een wervelkolom bestaat uit
A
ribben
B
kootjes
C
wervels
D
nagels

Slide 20 - Quizvraag

Wat loopt er door de wervelkolom?
A
bloedvaten
B
zenuwen
C
spieren
D
lymfe

Slide 21 - Quizvraag

Welke onderdelen zijn van kraakbeen?
A
1
B
2
C
3
D
allemaal

Slide 22 - Quizvraag

Een ander woord voor de biceps is.
A
Armstrekspier
B
Armbuigspier
C
Armspanspier
D
Armaanspanspier

Slide 23 - Quizvraag

Een ander woord voor de triceps is.
A
Armstrekspier
B
Armbuigspier
C
Armspanspier
D
Armaanspanspier

Slide 24 - Quizvraag

Een wervelkolom bestaat uit
A
ribben
B
kootjes
C
wervels
D
nagels

Slide 25 - Quizvraag

Waarom is bewegen gezond?

Slide 26 - Woordweb

Hoe kun je blessures
voorkomen?

Slide 27 - Woordweb

Spiervezels vormen samen een ..
A
pees
B
vezel
C
spierstelsel
D
spierbundel

Slide 28 - Quizvraag

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 29 - Quizvraag

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'. Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 30 - Quizvraag

Wat aan dit hoofdstuk begrijp je nog niet helemaal?

Slide 31 - Open vraag

Wat nu?
Maak de volgende opdrachten:

- Basisstof 6: 1, 2, 3, 4, 6, 7, 8

Slide 32 - Tekstslide