digitale klok

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Digitale klok
Vandaag gaan we oefenen met de digitale klok. 
We leren hoe een digitale klok werkt en hoe je de klok af moet lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe werkt een digitale klok
Een digitale klok laat een etmaal (= 24 uur) zien. 
De tijd start in het begin de nacht, om twaalf uur.  
Die tijd kennen we als 00:00 of als 24:00 afhankelijk van de klok. Vervolgens telt de digitale klok elk uur erbij op (bij klok met 00:00) of begint weer bij 01:00 (bij klok met 24:00).





Slide 3 - Tekstslide

De uren staan vóór de dubbele punt. De minuten staan na de dubbele punt.

 De klok start op een heel uur met tellen van minuten en zodra er 60 minuten voorbij zijn, telt hij er een uur bij op (het getal voor de dubbele punt verspringt met + 1) en staan de minuten weer op …:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat digitale tijd moeilijk maakt, is de combinatie met de gewone (analoge) klok. Op een gewone klok lees je de minuten op een heel andere manier en spreek je de tijden ook heel anders uit. Zo hebben we kwart voor … en kwart over … en bijvoorbeeld vijf voor half … of tien voor … 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Laten we even oefenen!

Slide 8 - Tekstslide

Wat staat voor de dubbele punt (:)?
A
de uren
B
de minuten

Slide 9 - Quizvraag

Is het in de ochtend of avond?

07.00
A
ochtend
B
avond

Slide 10 - Quizvraag

Wat staat na de dubbele punt (:)?
A
de uren
B
de minuten

Slide 11 - Quizvraag

Is het ochtend of
avond?
A
ochtend
B
avond

Slide 12 - Quizvraag

Mijn wekker gaat 's avonds zes uur af. welke tijd is de juiste tijd?
A
06.00
B
18.00

Slide 13 - Quizvraag

Welk uur komt er na 12.00, digitale tijd?

A
01.00
B
13.00

Slide 14 - Quizvraag

02.00
Is het avond, nacht, ochtend of middag?

A
avond
B
nacht
C
ochtend
D
middag

Slide 15 - Quizvraag

Juf Jet moet om 22.00 thuis zijn. Is 22.00 in de ochtend, middag, avond of nacht?
A
ochtend
B
middag
C
avond
D
nacht

Slide 16 - Quizvraag

Welk uur komt er na 18.00, digitale tijd?
A
21.00
B
07.00
C
15.00
D
19.00

Slide 17 - Quizvraag




Is het twee uur in de middag of nacht?
A
nacht
B
middag

Slide 18 - Quizvraag

Welke tijd geeft tien uur in de avond aan?
A
20.00
B
21.00
C
22.00
D
23.00

Slide 19 - Quizvraag

Het kan acht uur in de
ochtend zijn en in de avond.
Welke tijden zijn juist?
A
00.00 en 24.00
B
04.00 en 16.00
C
08.00 en 20.00

Slide 20 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
01.00
B
18.00
C
05.00
D
22.00

Slide 21 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
drie uur in de nacht
B
drie uur in de middag

Slide 22 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
zeven uur in de ochtend
B
zeven uur in de avond

Slide 23 - Quizvraag

Welke klok vind jij makkelijk?
A
analoge klok
B
digitale klok

Slide 24 - Quizvraag

Welke klok vind jij moeilijk? Kun je vertellen waarom je dit moeilijk vindt?

Slide 25 - Open vraag

Waarmee zou jij nog willen oefenen?

Slide 26 - Open vraag