Lesson 7 M1A Unit 1 060923 To be Word list vocabulary grammar
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Match the Dutch words to the English words
Relative
Gentleman
To bring up
To divorce
Surname
Cousin
Honeymoon
Wife
Neef/nicht
Scheiden
Huwelijksreis
Familielid
Echtgenote/vrouw
Heer
Grootbrengen
Achternaam
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
The verb to be
I
You
He/she/it
We
You
They
is
am
are
Slide 14 - Sleepvraag
Personal Pronouns
timer
1:00
I
You
She
We
You
They
He
It
Jij/je
Wij/we
Zij/ze
Ik
Jullie
Hij
Zij
Het
