4.2 Welzijn

1 / 27

Slide 1: Tekstslide

AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4.2 Welzijn

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

Lesdoelen

Uitleg paragraaf 4.2

Check

Opdrachten maken

Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je uitleggen wat welzijn is.

Aan het eind van de les weet je welke drie dingen de HDI bepalen.

Aan het eind van de les kun je het verschil tussen de formele sector en informele sector uitleggen en een voorbeeld noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welzijn is:

Levensomstandigheden in een land

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ranglijst met score levensomstandigheden

HDI

Human development index

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HDI: Daarbij wordt gekeken naar

Levensverwachting

Alfabetiseringsgraad

Koopkracht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Levensverwachting

Hoe oud wordt iemand?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfabetiseringsgraad

Kan je lezen en schrijven?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koopkracht

Hoeveel kan je kopen van je inkomsten?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele en informele sector

Formele sector: Je baan is bekend bij de overheid

Informele sector: Niet officiële deel van de economie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele sector

Formele sector =

Het officiële deel van de economie. De activiteiten in de formele sector vind je terug in de statistieken van de overheid.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele sector

Informele sector

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formele sector

Iemand die een officiële baan heeft.

Voorbeelden:

leraar
politieagent
verpleegkundige
iemand die bij een bank werkt

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele sector

Schoenenpoetser

Straatverkoper

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informele sector

niet geregistreerd
geen vast inkomen
vaak geen opleiding nodig
zelfbedacht

Veel 'officieel' werk uitgevoerd door informele sector

Slide 19 - Tekstslide

verband is tussen de hoogte van het bbp per inwoner en het percentage mensen dat werkzaam is in de informele sector.

Een voordeel gevraagd: Er is minder sociale onrust, want mensen hebben werk en een inkomen.

Een nadeel gevraagd: De overheid mist belastinginkomsten, die ingezet zouden kunnen worden voor onderwijs of gezondheidszorg.

Lezen

Paragraaf 4.2 Welzijn

Bladzijde 178

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Aan het eind van de les kun je uitleggen wat welzijn is.

Aan het eind van de les weet je welke drie dingen de HDI bepalen.

Aan het eind van de les kun je het verschil tussen de formele sector en informele sector uitleggen en een voorbeeld noemen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat welzijn is.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie dingen bepalen hoe hoog je op de HDI staat?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een schoenmaker op straat die niet staat ingeschreven bij de overheid valt onder de:

Informele sector

Formele sector

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een supermarktmedewerker met een vast contract valt onder de:

Informele sector

Formele sector

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een beroep dat hoort bij het niet officiële deel van de overheid valt onder de:

Informele sector

Formele sector

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken paragraaf 4.2

Ga op de laptop naar de online methode.

Of je boek mocht je die bij je hebben.

Maak daar 4.2

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.2 Welzijn

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

4.2 Welzijn

1HV - 4.2 Welzijn

4.2 Welzijn

4.2 Welzijn

H4, P2; Welzijn

4.2 Welzijn

4.2 Welzijn

4.2 Welzijn