Argumentatie theorie 1

Argumentatie: theorie 
Zie ook p. 38-47 van je examenbundel! 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Argumentatie: theorie 
Zie ook p. 38-47 van je examenbundel! 

Slide 1 - Tekstslide

Basis 
1. Standpunt / stelling / mening 
Impliciet / expliciet 
Signaalwoorden: Ik vind, dus, kortom, volgens mij, alles bij elkaar genomen denk ik dat... 
Vb: 
Ik vind dat scholen voortaan pas om 09:00 moeten beginnen. 


Slide 2 - Tekstslide

Basis 
2. Argumentatie 
Onderbouwing voor je standpunt. 
Vb: Ik vind dat scholen voortaan pas om 09:00 moeten beginnen, want uit onderzoek blijkt dat dan de resultaten vooruit gaan. 
- Signaalwoorden: want, omdat, vanwege, zoals, als, bijvoorbeeld 
- Objectieve en subjectieve argumenten 
- Tegenargument en weerlegging 



Slide 3 - Tekstslide

Soorten argumenten: objectief
- Controleerbare feiten of onderzoek 
- Ervaring (empirisch argument) 
- Gezag of autoriteit 
- Vergelijking (analogie) 
- Voorbeelden 
- Nuttige of gewenste voorbeelden 
- Ongewenste gevolgen

Slide 4 - Tekstslide

Soorten argumenten: subjectief
- Veronderstelling of vermoedens 
- Persoonlijke overtuiging of geloof (moreel argument) 
- Emoties 


Slide 5 - Tekstslide

Validiteit 
Validiteit: een argument moet inhoudelijk juist zijn en een goede ondersteuning zijn van het standpunt. = valide 

Argumentatie moet relevant en consistent zijn (consistent: niet in tegenspraak met elkaar) 

Slide 6 - Tekstslide

Drogredenen 
Foutieve redenering die op het eerste gezicht heel aannemelijk lijkt. 
Bijvoorbeeld: 

Je moet wel heel dom zijn als je niet ziet dat Meghan Markle een slechte invloed is op prince Harry. 

Slide 7 - Tekstslide

Drogredenen 
Foutieve redenering die aannemelijk klinkt, maar eigenlijk makkelijk onderuit te halen is. 
Bijvoorbeeld: 
Je moet wel heel dom zijn als je niet ziet dat Meghan Markle een slechte invloed is op prince Harry. 

Je moet wel heel dom zijn = bespelen van het publiek 

Slide 8 - Tekstslide

Veelvoorkomende drogredenen
- cirkelredenering: 
Ik vind dat een ongepaste uitspraak, want die uitspraak is niet netjes in deze situatie. 
- Ontduiken bewijslast: 
Vertel jij nou maar eens, waarom wij het met je eens moeten zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Veelvoorkomende drogredenen
- Overhaaste generalisatie: 
Van roken ga je helemaal niet eerder dood. Mijn opa is er ook heel oud mee geworden. 
- Onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema:  
Nu ik een nieuwe fiets heb, hoef ik nooit voor een stoplicht te wachten. 

Slide 10 - Tekstslide

Veelvoorkomende drogredenen 
- Persoonlijke aanval: 
We hoeven jou niet serieus te nemen, want je denkt niet logisch na. 
- Vertekenen van standpunt: 
Dus jij gaat kijken naar de intocht van Sinterklaas? Dan vind je dus niet dat zwarte Piet een achterhaald en racistisch fenomeen is. 

Slide 11 - Tekstslide

Andere drogredenen die je moet kennen: 
- Onjuist beroep op een kenmerk- of eigenschapschema 
- Overdrijven voor- en nadelen 
- Vals dilemma
- Onjuist beroep op autoriteit 

Slide 12 - Tekstslide

Quiz-time! 
Ga naar www.kahoot.it op je mobiele telefoon !


Slide 13 - Tekstslide