Om een uitgang van een woord te vinden, heb je 3 stukjes informatie nodig:
1 GROEP = der-groep, ein-groep of de rest-groep (wordt bepaald door het 1e woordje, dat een uitgang nodig heeft) OF gaat het om een persoonlijk voornaamwoord (ga dan door naar de naamval)
2 GESLACHT = wordt bepaald door 1e zelfst. nv., dat er erachter staat
3 NAAMVAL = volgorde van bepaling:
* Voorzetsel ervoor
* Werkwoord in de zin met een bepaalde naamval
* Ontleden