Schaal

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Schaal wordt altijd in ..... aangegeven
A
millimeters
B
centimeters
C
decimeters
D
meter

Slide 2 - Quizvraag

Bij schaal wordt altijd 1:....?
Staat de 1 voor de afstand op de afbeelding of kaart of de afstand in het echt?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

De schaal is 1:3
Op de foto is de Iphone 5 cm lang.
Hoelang is de Iphone in het echt?

Slide 5 - Open vraag

De Iphone is in het echt 15 cm lang.
De schaal is 1:2.
Hoelang is de foto in het echt

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

De kapperszaak is in het echt 7,5 meter lang. De schaal is 1:50. Hoelang is de kapperszaak op de tekening?

Slide 8 - Open vraag

De stoelen staan op de foto 3,5 cm van elkaar. Hoeveel mtr staan de stoelen uit elkaar? Afronden op 1 decimaal.

Slide 9 - Open vraag

Tekst

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de lengte van het modelhuisje?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de schaal van het huisje?

Slide 13 - Open vraag

In hoeverre kan je nu goed rekenen met schaal
A
een beetje
B
normaal
C
redelijk goed
D
super goed

Slide 14 - Quizvraag

In hoeverre heb je het gevoel dat je schaal beheerst
een beetje
normaal
beter dan gemiddeld
goed

Slide 15 - Poll

Noem drie dingen die je onthoud van de les van vandaag

Slide 16 - Open vraag

Wat vond ik prettig van de les van vandaag

Slide 17 - Open vraag

Wat vond je het stomste van de les van vandaag?

Slide 18 - Open vraag

Wanneer je de lengte in het echt en op de foto weet, kan je de .... uitrekenen?

Slide 19 - Open vraag

Wanneer je de lengte van de tekening weet en de schaal, kan je de ...... berekenen

Slide 20 - Open vraag

De schaal wordt altijd weergeven in
A
millimeters
B
centimeters
C
decimeters
D
meters

Slide 21 - Quizvraag

ik wist dit over verhoudingen en nu weet ik .... Noem drie dingen op die je geleerd hebt.

Slide 22 - Open vraag

Noem alles wat te maken heeft met verhoudingen

Slide 23 - Woordweb