3.3 De WIC en Suriname

De Republiek in de Gouden Eeuw


3.3 De WIC en Suriname
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De Republiek in de Gouden Eeuw


3.3 De WIC en Suriname

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waar de WIC zich mee bezig hield en waardoor de Trans-Atlantische slavenhandel ontstond

Slide 3 - Tekstslide

1621 opriching van West-Indische Compagnie de WIC
  • Oprichting: voor kaapvaart=> dwarszitten van Spanje op zee. Oorlog/ppstand tegen Spanje werd nu hervat. Het handelsmonopolie op de handel in West-Indië (zuid-Amerika).
  • Activiteiten: handelen in producten uit de Amerika's, kolonies stichten, slavenhandel voor de plantages in de kolonies.
  • Piet Hein kaapt in 1628 de zilvervloot.
  • Kolonies in Nieuw-Nederland, Antillen, Suriname en Brazilië.

Slide 4 - Tekstslide

De WIC in Zuid-Amerika
  • Nederland veroverde de Portugese plantagekolonie Brazilië inclusief plantages waar gebruik wordt gemaakt van slavenarbeid.

  • Curaçao en Antilliaanse eilanden werden doorvoerstations.

  • Ook wordt het slavenfort El Mina aan de westkust van Afrika veroverd. 

  • De WIC begint nu aan de handel in mensen > Trans-Atlantische slavenhandel > Driehoekshandel

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De WIC in Noord-Amerika
  • Nieuw Amsterdam: handelsfactorij voor de handel in beverbont en tabak met de bewoners van Noord-Amerika. 

  • 1624: Nieuw-Nederland gesticht.

  • 1667: Nieuw-Nederland wordt geruild met de Engelsen voor de kolonie Suriname.

Slide 7 - Tekstslide

Wall Street (wallestraat)
Staten Island (eiland van de Staten)
Harlem (Haarlem)
Brooklyn (Breukelen)
Coney Island (Konijneneiland)

Slide 8 - Tekstslide

Plantage nieuw clarenbeek in Suriname 

Slide 9 - Tekstslide

Wereldhandel en concurrentie
  • Met de moedernegotie, de VOC en de WIC verbond de Republiek de economieën van Europa, Azië, Afrika en Amerika. Zo ontstond er een wereldeconomie.

  • In de loop van de zeventiende eeuw begon de concurrentie toe te nemen voor de Republiek. Met name vanuit Engeland kwam dreiging. Bijvoorbeeld door de Acte van Navigatie (1651).

Slide 10 - Tekstslide

Acte van navigatie
  • De Engelsen waren jaloers op de Nederlandse successen op zee.

  • In 1651 werd de Acte van Navigatie gesloten. 
    Hierin stond dat alleen Engelse schepen hun handelswaar naar Engeland mochten brengen. De VOC en WIC liepen hierdoor veel winst mis. 
  • Er braken een aantal zeeoorlogen uit tussen de Nederlanden en Engeland. Michiel de Ruyter voert door de ketting bij Chatham (1665)
  • In 1674 sloten beide landen vrede, waarbij duidelijk werd dat de macht van de Republiek sterk verminderd was.

Slide 11 - Tekstslide

Plantagekolonie Suriname
  • Er waren verschillende plantagekolonies: katoen-, suiker-, koffie- of tabaksplantages, meestal met slavernij.
  • Plantage administrateur woonde in een mooi huis. De slaven in houten schuren en hutjes. 
  • Veel slaven vluchtten weg het bos in:  deze marrons probeerden te overleven door het overvallen van plantages voor voedsel, vrouwen en bevrijden van slaven.

Slide 12 - Tekstslide

Abolutionisme beweging 18e eeuw ter afschaffing slavenhandel en slavernij.

  • In de 17e eeuw dacht men na over het volgende: mocht je zwarte Afrikanen wel als slaaf verhandelen en gebruiken. Kwam dit wel overeen met het christendom?  

  • 1 juli 1863: Nederland schaft slavernij af. Jaarlijks gevierd met Keti-Koti-feest, het feest der verbreking van de ketenen.

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • WIC
  • Kaapvaart
  • Zilvervloot
  • Trans-Atlantische slavenhandel
  • Driehoekshandel
  • Wereldeconomie
  • Acte van Navigatie
  • Plantagekolonie

Slide 14 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 15 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je deze
les nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open vraag

Huiswerk 
Lezen: § 3.3
Maken: opdrachtenboekje § 3.3: 13 tot en met 16

                


Slide 17 - Tekstslide