6.6 Geslachtelijke voortplanting

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

§ 6.6 Geslachtelijke voortplanting


  • je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert
  • je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Herhalen basisstof 5
Lezen basisstof 6
Uitleg basisstof 6
S.O. nakijken 
Aan de slag met opdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Voor voorplanting met bevruchting is alleen een eicel nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Bij bevruchting smelt de eicel samen met de zaadcel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Bij geslachtelijke voorplanting hebben de nakomelingen erfelijke eigenschappen van beide ouders
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet de mannelijke geslachtscel van een plant?
A
Eicel
B
Stuifmeelkorrel
C
Cel
D
Zaadcel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Doormiddel van een pit
B
Zaadjes opnieuw planten
C
Deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Slide 9 - Quizvraag

Zijn aardappels knollen of bollen?
A
Knollen: het zijn verdikte stengels
B
Bollen: het zijn verdikte stengels
C
Knollen: het zijn verdikte bladeren
D
Bollen: het zijn verdikte bladeren

Slide 10 - Quizvraag

Lezen 6.6
Wat: Lees 6.6
Hoe: in stilte
Tijd: 10 min
Klaar: Begin aan de opdrachten en begrippenlijst

Slide 11 - Tekstslide

Bevruchting

De kern van een mannelijke geslachtscel versmelt met de kern van een vrouwelijke geslachtscel

Slide 12 - Tekstslide

Bevruchting zaadplant
Bij bevruchting versmelten de kern van de eicel en stuifmeelkorrel

Slide 13 - Tekstslide

Geslachtscellen
  • zaadcellen of eicellen
  • versmelting = bevruchting
  • geslachtscel heeft de helft van het aantal chromosomen van de ouder (dus 50%)
  • na versmelting net zoveel chromosomen, maar ander setje

Slide 14 - Tekstslide

Mitose
Meiose

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bij de bevruchting komen de erfelijke eigenschappen van twee organismen bij elkaar

Slide 17 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
  • geen bevruchting
  • 1 ouder
  • dochter hetzelfde als moeder: dezelfde erfelijke eigenschappen, weinig variatie
  • dochtercellen ontstaan door mitose

Geslachtelijke voortplanting
  • bevruchting=versmelting van kernen van voortplantingscellen
  • twee ouders
  • dochter anders dan moeder: andere erfelijke eigenschappen, variatie
  • dochtercellen ontstaan door meiose

Slide 18 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting bij dieren
Zaadcel
(mannelijk)
Eicel
(Vrouwelijk)

Slide 19 - Tekstslide

Bevruchting
  • Bevruchting kan inwendig of uitwendig plaatsvinden
  • Geslachtscellen:
Mannelijk: Zaadcel
Vrouwelijk: Eicel

Slide 20 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting

  • Bij dieren die in het water leven
  • Afzet van zaadcellen en eicellen in het water
  • Bevruchting in het water
  • Eitjes drijven erna in water of worden afgedekt of uitgebroed in buidel of in de bek...



Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video

Inwendige bevruchting
  • Bevruchting in het lichaam van het vrouwtje 
  • Bij insecten, vogels, zoogdieren
  • Bij libelle: na bevruchting afzet van eitjes, ontwikeling larven
  • Bij vogels: na bevruchting, vorming eischaal, leggen van eieren, uitbroeden van eieren 

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Ongeslachtelijke voortplanting gebeurt door?
A
mitose
B
meiose

Slide 25 - Quizvraag

Voortplanting waarbij slechts één ouder is betrokken is ...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Seksuele voortplanting
C
Ongeslachtelijke voortplanting
D
Multidimensionale voortplanting

Slide 26 - Quizvraag

Geslachtelijke voortplanting is ...
A
eicel wordt bevrucht
B
zaadcel wordt bevrucht
C
altijd inwendig
D
hetzelfde als bestuiving

Slide 27 - Quizvraag

S.O. nakijken
Alleen potlood op tafel

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: maak opdracht 1, 2 en 4 t/m 9
Hoe: Online
Klaar: Maak de begrippenlijst van 6.6, maak de test jezelf, oefen op biologiepagina.nl

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
afmaken 1, 2, 4 en 6 t/m 9 
Begrippenlijst is in je schrift
Volgende keer: begrippen bingo

Slide 30 - Tekstslide