Moeilijke vragen Rijbewijs

Moeilijke vragen Rijbewijs
1 / 60
volgende
Slide 1: Tekstslide
RijbewijsHoger onderwijs

In deze les zitten 60 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Moeilijke vragen Rijbewijs

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een rijstrook?

Slide 2 - Tekstslide

Aangegeven met witte strepen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Bij wegenwerken hebben de strepen een andere kleur

Welke kleur?

Slide 5 - Tekstslide

Welke kleur hebben de rijstroken bij wegenwerken?
A
rood
B
oranje

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een spitsstrook?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kan je zien wanneer de spitsstrook open is?

Slide 9 - Tekstslide

Kijk naar de elektronische borden boven de strook!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een carpoolstrook?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Is nog niet in Vlaanderen, voorlopig alleen nog in Wallonië

Slide 15 - Tekstslide

Nieuw vanaf oktober 2020: de reddingstrook



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Bij 2 rijstroken, je maakt plaats in het midden.
Bij 3 of meer rijstroken, je maakt plaats tussen de linkse en de strook ernaast. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een busstrook en een bijzondere overrijdbare bedding?
 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Een busstrook is voor de bus, en herken je aan de onderbroken witte strepen

Slide 22 - Tekstslide

Je mag hier op rijden als je rechts wilt afslaan. Of als je om een hindernis wil rijden.

Slide 23 - Tekstslide

Een bijzondere overrijdbare 
bedding herken je aan de volle witte streep

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Alleen voertuigen gemeenschappelijk vervoer: bus, tram

Slide 26 - Tekstslide

Soms kan je ook herkennen aan dambordmarkering

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Mag je alleen dwarsen of alleen op rijden als je om een hindernis heen wilt rijden

Slide 29 - Tekstslide

Wie mag in een schoolstraat?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

voetgangers
fietsers
speed pedelecs
prioritaire voertuigen

Slide 32 - Tekstslide

Je moet stapvoets rijden
en moet
voorrang verlenen aan voetgangers en fietsers

Slide 33 - Tekstslide

Wat betekent dit bord?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Alleen fietsers mogen voorbij het rode verkeerslicht rijden. Je moet voorrang geven aan de andere weggebruikers

Slide 36 - Tekstslide

Moet je bij dit bord ook voorrang geven aan voetgangers?


A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent dit verkeerslicht?

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Het is rood voor de auto's, maar fietsers mogen doorrijden.

Slide 40 - Tekstslide

Moet een fietser bij dit verkeerslicht voorrang verlenen aan voetgangers die uit andere richtingen komen?
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quizvraag

Wat betekent dit verkeerslicht?

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Fietsers en/of moeten het kruispunt leeg maken voor de auto's. Waarom? Om het verkeer vlotter te laten verlopen.

Slide 44 - Tekstslide

Wat is een voortbewegingstoestel?

Slide 45 - Open vraag

Snelheid is belangrijk!
Als ze niet sneller gaan dan stapvoets, dan volgen ze regels van voetgangers.

Gaan ze sneller, dan volgen ze regels van fietsers.

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Wat betekent dit bord?
A
Verboden voor autopeds
B
Verboden voor speed pedelecs

Slide 48 - Quizvraag

Speed pedelecs = meestal zelfde regels als voor bromfiets klasse B
Je mag op het fietspad rijden

Slide 49 - Tekstslide

Binnen de bebouwde kom: je mag zelf kiezen waar je rijdt
op de rijbaan 
of op het fietspad.
Andere weggebruikers niet in gevaar brengen. 

Slide 50 - Tekstslide

Buiten de bebouwde kom: je moet op het fietspad rijden als er een is. 
Is er geen fietspad: dan mag je op de rijbaan rijden.

Slide 51 - Tekstslide

Zij mogen nooit hier rijden

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Tekstslide

Wat betekent het vorige bord?
A
Verboden voor bestuurders van voertuigen die gevaarlijke en ontvlambare stoffen vervoeren
B
Verboden toegang voor prioritaire voertuigen

Slide 55 - Quizvraag

Dit moet je zeker goed studeren!

Slide 56 - Tekstslide

Beurtelings parkeren: voertuig veranderen tussen 19.30 en 20.00 uur 

Slide 57 - Tekstslide

Je mag niet parkeren in een woonerf. Alleen als er een verkeersbord staat.

Slide 58 - Tekstslide

Zo werkt ritsen

Slide 59 - Tekstslide

De regels
1. Rij zo lang mogelijk door
2. Op ongeveer 300 meter voor de versmalling trager rijden
3. Voertuigen in de file moeten je er tussen laten
4. Niet remmen, je moet rustig blijven rijden

Slide 60 - Tekstslide