PrOkrant_les 6

         Fase 2                                                        



Taal, Prokrant_6
12 april-16 april 2021

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

         Fase 2                                                        



Taal, Prokrant_6
12 april-16 april 2021

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Ik kan de voor mij moeilijke woorden uit een tekst halen
  • Ik weet hoe ik achter de betekenis van een moeilijk woord kan komen
  • Ik gebruik verschillende manieren om achter de betekenis van een moeilijk woord te komen.


Door het lezen van de PrO-weekkrant vergroot je je kennis over actuele onderwerpen. Het beantwoorden van de vragen en opdrachten zorgt ervoor dat je beter begrijpt wat er in de tekst staat en voor een betere leesvaardigheid. Je leesniveau gaat ook vooruit.

Slide 2 - Tekstslide

‘Nog geen versoepelingen’
Als je het artikel op de volgende dia snel bekijkt, weet je al een beetje waar het over gaat. Je noemt dit voorspellen. Je kijkt naar de kop en naar de foto. Door eerst te voorspellen, gaat daarna het lezen makkelijker.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lees de kop boven het artikel en bekijk de foto. Waar gaat het artikel volgens jou over?

Slide 5 - Open vraag

Kijk nu het filmpje in de volgende dia

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Je hebt de video gekeken. Waaraan twijfelde Roos Brinkman van het café Soestdijk?

Slide 8 - Open vraag

Waarom twijfelde Roos Brinkman van het café Soestdijk?

Slide 9 - Open vraag

Om welke versoepelingen gaat het bijvoorbeeld?

Slide 10 - Open vraag

Waarom zijn de versoepelingen uitgesteld?

Slide 11 - Open vraag

Het artikel bestaat uit vier alinea’s.
Schrijf achter elke alinea wat het tussenkopje is
1.
2.
3.
4.

Slide 12 - Open vraag

Lees de tekst per alinea. Schrijf in de volgende dia's op waar elke alinea over gaat.

ALINEA 1 GAAT OVER

Slide 13 - Open vraag


ALINEA 2 GAAT OVER

Slide 14 - Open vraag


ALINEA 3 GAAT OVER

Slide 15 - Open vraag


ALINEA 4 GAAT OVER

Slide 16 - Open vraag

Het artikel staat in de tegenwoordige tijd. 
Maar twee zinnen staat in de

verleden tijd.

Tegenwoordige tijd betekent: het gebeurt nu.

 Verleden tijd betekent: het gebeurde een tijdje geleden.

Slide 17 - Tekstslide

Voorlopig worden de corona-regels niet versoepeld.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 18 - Quizvraag

De regering wilde eigenlijk op 21 april de winkels en terrassen weer openen.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 19 - Quizvraag

De burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, zei: ‘Dat gaat beter op terrassen. Dan kunnen mensen op een veilige manier toch buiten zijn.’
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 20 - Quizvraag

Veel artsen vinden het nog te vroeg voor versoepelingen.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 21 - Quizvraag

Lees het artikel en bekijk de foto. Beantwoord dan de vragen. Je mag het
artikel erbij houden. Kies uit de antwoorden A, B en C.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Waar hebben zondag honderden mensen gedemonstreerd?
A
in Rotterdam
B
in Amsterdam
C
in Zwolle

Slide 24 - Quizvraag

Waarom demonstreerden de mensen?
A
om aandacht te vragen voor racisme tegen mensen met een Aziatisch uiterlijk
B
om te protesteren tegen de corona-maatregelen
C
om te protesteren tegen discriminatie van mensen die nog maar kort in Nederland zijn

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel Nederlanders komen uit Azië?
A
2 miljoen
B
1 miljoen
C
een half miljoen

Slide 26 - Quizvraag

Waarom is het racisme tegen Aziatische mensen erger geworden sinds corona?
A
omdat Aziatische mensen het virus naar Nederland gebracht hebben
B
omdat veel Aziatische mensen besmet zijn geraakt met corona
C
omdat het virus door Donald Trump vaak het China-virus genoemd werd

Slide 27 - Quizvraag

Heb jij racisme tegen mensen met een Aziatisch uiterlijk meegemaakt?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Aziatisch komt van Azië. Aziatisch is een bijvoeglijk naamwoord.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord dat bij Europa hoort?

Slide 29 - Open vraag

Artikel 3 gaat toch over een paar versoepelingen. 20 (pret)parken,
musea, dierentuinen en zwembaden mogen als proef even open.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wie mogen de proeflocaties bezoeken?

Slide 32 - Open vraag

Naar welke proeflocatie zou jij willen gaan en waarom? Kijk op ttps://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/algemene-coronaregels/cijfers-en-onderzoeken-over-het-coronavirus/pilot-toegangsbewijzen.

Slide 33 - Open vraag