H7.3 Rusland - Les 5: Oekraïne: Geopolitiek

H7: RUSLAND
en zijn buren





Paragraaf 3: Geopolitiek
zlb@st-maartenscollege.nl
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H7: RUSLAND
en zijn buren





Paragraaf 3: Geopolitiek
zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?


H7.3: Oekraïne: Geopolitiek

Slide 4 - Tekstslide

LESDOELEN VORIGE LES
  1. Je kunt 2 kenmerken benoemen van een staat (B150).
  2. Je kunt 2 soorten grenzen benoemen (B150).
  3. Je kunt uitleggen waarom sommige staten naties zijn en waarom sommige niet (B151).
  4. Je kunt de begrippen cultuur, mensen en Russificatie in je eigen woorden uitleggen (B151).
  5. Je kunt 4 redenen benoemen voor de inname van de Krim.











Slide 5 - Tekstslide

A - 3 / B - 2 / C - 4 / D - 1

Slide 6 - Tekstslide

Geef 4 redenen voor de inname van de Krim.

  1. De steeds sterker wordende band tussen Oekraïne en het westen
  2. De Krim heeft een goede haven (Sebastopol).
  3. Oekraïne heeft culturele banden met Rusland
  4. Russische inwoners van de Krim willen bij Rusland horen

Slide 7 - Tekstslide

CHECK 1 T/M 4

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

LESDOELEN
  1. Je kunt 6 kenmerken van een land opnoemen die bijdragen aan een sterke geopolitieke positie
  2. Je kunt uitleggen hoe Rusland zijn gasvoorraad kan gebruiken voor geopolitieke doelen.
  3. Je kunt 2 voordelen benoemen van de North Stream voor Nederland.
  4. Je kunt 2 nadelen benoemen van de North Stream voor Oekraïne en Polen
  5. Je kunt vanuit een geopolitiek oogpunt uitleggen waarom Rusland Centraal- en Oost-Europese landen wil controleren. (Gebruik de NAVO in je antwoord)














Slide 11 - Tekstslide






GEOPOLITIEK

Slide 12 - Tekstslide

DEFINITIE GEOPOLITIEK
Oxford woordenboek:
  • Politiek, vooral internationale betrekkingen, beïnvloed door geografische factoren.
Cambridge woordenboek:
  • De studie van de manier waarop de grootte, positie, enz. van een land zijn macht en zijn relaties met andere landen beïnvloeden.
Lesboek DeGeo:
  • Politieke macht die een land uitoefent door zijn natuurlijke hulpbronnen of zijn geografische ligging te exploiteren.


Slide 13 - Tekstslide

Als je je eigen perfecte land kunt maken;
Welke geografische
eigenschappen zou jouw land hebben?


Bedenk een locatie én waar jouw land in handelt.

Schrijf minimaal 3 dingen in je schrift.

Slide 14 - Tekstslide

Als je je eigen perfecte land kunt maken;
Welke geografische eigenschappen zou jouw land hebben?
  • Veel mineralen (olie, gas, ijzererts, etc)
  • Goed (klimaat) voor landbouw
  • Verbinding met oceanen
  • Bevaarbare rivieren
  • Geen grenzen met vijanden
  • Lastig binnen te vallen door grondtroepen



Slide 15 - Tekstslide

Waar is Rusland kwetsbaar
voor grondtroepen?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn de geopolitieke voor- en nadelen
van de locatie van Rusland?
 - Schrijf voor ieder kenmerk een voor- en nadeel op voor Rusland
 - Leg je antwoord uit
 - Schrijf precies op welke kaarten je hebt gebruikt

          Je mag deze opdracht in tweetallen doen -- Thematische kaarten Rusland GB136-139

Slide 19 - Tekstslide

RUSLAND EN GRONDSTOF

Slide 20 - Tekstslide

BESCHIKBAAR
VOOR LANDBOUW

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

TOEGANG TOT OCEANEN

Slide 23 - Tekstslide

TOEGANG TOT OCEANEN

Slide 24 - Tekstslide

BEVAARBARE RIVIEREN

Slide 25 - Tekstslide

In hoeverre heeft Rusland
ruzie met buren?

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn de geopolitieke voor- en nadelen van de locatie van Rusland?
CONCLUSIE:

Veel grondstoffen
Geschikt voor landbouw
Toegang tot oceanen
Bevaarbare rivieren
Grenzen met vijanden 
Niet makkelijk binnen te vallen door
grondtroepen



++
-
-
-
+/-
+/-

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 108 in je lesboek
  • Gebruik B123 & B134
  • Maak opdracht 6 t/m 8

Regels terwijl je aan het werk bent:
  • Je mag met je buur samenwerken (fluisterend).


Slide 28 - Tekstslide