MB 13 in oorlog afl 5

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Om de Nederlanders in bedwang te houden wordt er door de Duitsers van alles verboden.

Maak de onderstaande zinnen af en gebruik daarbij de volgende woorden:
Duitsers - koningin - verboden - radio's
Als de .. ...... 1...... .. ... de baas zijn in Nederland wordt er van alles .......2......... ..
In "Dik Trom" staat: "Leve de ............3 ............. " en dat vinden de Duitsers niet goed en dan moeten ook nog alle .........4............ worden ingeleverd.
A
1=radio's 2=verboden 3=koningin 4=Duitsers
B
1=Duitsers 2 =verboden 3=koningin 4=radio's

Slide 2 - Quizvraag

Veel Nederlanders waren niet blij met al die verboden. Ze verzetten zich er tegen.
Wat deden de Nederlanders om zich te verzetten? Er zijn 3 antwoorden goed
1 gewassen kleren in de kleuren van de Nederlandse vlag buiten hangen
2 zingen Duitse volkslied
3 speldje van een dubbeltje
4 opplakken van spotprenten
A
2 3 4
B
1 3 4
C
1 2 4
D
1 2 3

Slide 3 - Quizvraag

En de Duitsers verbieden nog veel meer.
Jazzmuziek mag niet langer worden beluisterd.
Waarom mag dat niet meer?

Slide 4 - Open vraag

Er werden in Nederland ook illegale kranten gedrukt en verspreid.
De illegale kranten hadden namen als: Het Volk, De Waarheid, Vrij Nederland en Het Parool.

Wat is een illegale krant?

Slide 5 - Open vraag

Het waren vooral vrouwen die de illegale
kranten rond brachten.

Waarom deden vooral vrouwen dit?

Slide 6 - Open vraag

Sommige Nederlanders maakten in de oorlog gebruik van geheime codes om elkaar te steunen in het verzet tegen de Duitsers.
Welke letter uit het alfabet gebruikten ze vooral?
A
A
B
Z
C
V
D
X

Slide 7 - Quizvraag

Er waren nog meer codes die mensen schreven op muren en ramen.
Wat betekenen de letters OZO?

Slide 8 - Open vraag

Els brengt illegale kranten rond en dat loopt niet goed of.

Zou jij ook hebben gedaan wat Els deed?
ja/nee, want ...............................

Slide 9 - Open vraag

Schrijf op wat je deze les hebt geleerd
of
Schrijf op wat je nog wil vragen

Slide 10 - Open vraag