Kader klas 3 Thema 6 BS 6 Aanpassingen bij planten

BS 5 Aanpassingen bij planten 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

BS 5 Aanpassingen bij planten 

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk check
Opdrachten 1, 2, 3, 5, 6



Toets thema 6 Ecologie: dinsdag 20 juni 

Toets is op laptop

Slide 2 - Tekstslide

Camouflage van een dier is een aanpassing aan de leefomgeving?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag



Er zijn verschillende manieren waarop dieren warmte kwijt raken.

Welke aanpassing heeft de olifant om af te koelen?
A
Grote oren
B
Zomervacht
C
Luchtstroom
D
Dikke vetlaag

Slide 4 - Quizvraag

zoolganger
teenganger
hoefganger

Slide 5 - Sleepvraag

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de functie van schutkleuren?
A
Zo zien de dieren er mooier uit
B
Zo zijn de dieren aantrekkelijker voor een partner
C
Zo worden dieren minder snel gezien
D
Zo worden de dieren sneller gezien

Slide 7 - Quizvraag

Welke aanpassing hebben de botten van vogels?
A
Ze zijn hol
B
Ze zijn flexibel
C
Ze zijn extra stevig
D
Ze zijn van kraakbeen

Slide 8 - Quizvraag

Snavels bij vogels

Deze vogel heeft een snavel om een grotere prooi te vangen.

Deze vogel haalt zijn voedsel uit de natte bodem.

Deze vogel kan met zijn snavel goed zaadjes open maken
d

Deze vogel zeeft het water op zoek naar kleine diertjes en plantjes.

Met deze snavel kan de vogel insecten uit boomschors halen.

Slide 9 - Sleepvraag

BS 5 Aanpassingen bij planten 

Slide 10 - Tekstslide

Thema 6 BS 6 Aanpassingen bij planten
Leerdoelen:

Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan hun leefomgeving (milieu)

Slide 11 - Tekstslide

Hoe komen planten aan CO2?
Via huidmondjes
Gaswisseling bij fotosynthese.
  • CO2 via de huidmondjes naar binnen.
  • Zuurstof (en waterdamp) via de huidmondjes naar buiten.

Slide 12 - Tekstslide

Aanpassingen van planten aan droge omgeving: om verdamping van water tegen te gaan
Planten hebben kleine, dikke bladeren
Ze hebben groot wortelstelsel om snel water 
op te kunnen nemen
Planten hebben dik waslaagje (tegen verdamping)
Weinig huidmondjes die vaak dieper in blad liggen
Ook hebben ze behaarde bladeren en stengel
 om uitdrogen tegen te gaan

Slide 13 - Tekstslide

Hoe overleven planten droogte?
Woestijnplanten
Verdamping tegengaan
  • Vetlaagje rond de bladeren
  • Kleine blaadjes met weinig huidmondjes
  • Behaarde bladeren

Water opnemen en opslaan:
  • Water opslaan in de stengel (cactus)
  • Water opslaan in kleine dikke bladeren (vetplant)

Slide 14 - Tekstslide

Planten in de woestijn:
breed wortelstelsel
lange wortels
water opslaan in stengels 

Stekels zorgen voor schaduw
stekels houden luchtvast-> minder verdamping

Slide 15 - Tekstslide

Aanpassingen bij planten
Ook planten die in een koude omgeving leven, zijn aangepast aan droge omstandigheden.
In de winter is het water in de grond bevroren en kunnen ze minder water opnemen.

Loofbomen-> bladeren laten vallen in herfst
Naaldbomen-> naaldvormige bladeren met dikke waslaag

Slide 16 - Tekstslide

Bladeren in een vochtige omgeving
 Planten die in een vochtige omgeving leven, hebben aanpassingen:

  •  veel huidmondjes dicht aan de oppervlakte
  • grote, dunne bladeren
  • een dunne waslaag (vetachtige stof)



Slide 17 - Tekstslide

Waterplanten:
In de afbeelding links zie je waterlelies. Waterlelies groeien in water van maximaal 4 meter diep.

De wortels zitten vast in de bodem en de bladeren drijven op het water.
Met het wortelstelsel nemen ze voedingsstoffen op die ze nodig hebben voor de groei.
Luchtkanalen in stengels voorzien wortelcellen van zuurstof

Slide 18 - Tekstslide

Planten hebben licht nodig!
Planten doen aan fotosynthese.
Er zijn zon- en schaduwplanten.

Schaduwplanten bloeien vroeg in voorjaar-> geen bladeren aan bomen

Slide 19 - Tekstslide

Klimplanten

Klimplanten houden zich met hechtwortels vast aan muren en andere planten.

 Sommige klimplanten nemen voedingsstoffen op uit de plant waarop ze groeien. 

Klimplanten groeien snel.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk:
Lezen BS 6

Maken opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5

Slide 21 - Tekstslide