Formuleren

Welkom!
In deze les:
Boekbesprekingen 
Formuleren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
In deze les:
Boekbesprekingen 
Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Boekbesprekingen
Jarwin en Evan

Slide 2 - Tekstslide

Concrete vragen hyperbool/eufemisme

Slide 3 - Woordweb

  • Je kunt incongruentie herkennen en daardoor schrijf je zelf congruente zinnen   
  • Je herkent foutieve samentrekking en daardoor schrijf je zelf zinnen met goede samentrekkingen   
  • Je herkent foutief beknopte bijzinnen en daardoor schrijf je zelf zinnen met goede beknopte bijzinnen.
Doel: Formuleren

  • Je kunt incongruentie herkennen en daardoor schrijf je zelf congruente zinnen
  • Je herkent foutieve samentrekking en daardoor schrijf je zelf zinnen met goede samentrekkingen
  • Je herkent foutief beknopte bijzinnen en daardoor schrijf je zelf zinnen met goede beknopte bijzinnen.

Slide 4 - Tekstslide

Formuleren: 

Incongruentie: H1 schrijven, opdr. 10 en 11 (blz. 3)  
foutieve samentrekking: H2 grammatica opdr. 12 en 13 (blz. 76)  
Foutief beknopte bijzin: H5 grammatica opdr. 13 en 14 (blz. 208  

Hierbij is een 'oefenboekje', dit kun je meer oefenen en hier staat alle theorie bij elkaar

Slide 5 - Tekstslide

Wat klopt hier niet: Voor het proefwerk van gisteren hadden een aantal leerlingen niet geleerd
A
het proefwerk
B
hadden
C
een aantal leerlingen
D
geleerd

Slide 6 - Quizvraag

Congruentie
Als het getal van het onderwerp overeen komt met het getal van de persoonsvorm (het werkwoord).

Je schrijft bijvoorbeeld: ‘De leraar schrijft op het bord’, en ‘De leraren schrijven op het bord

Slide 7 - Tekstslide

Incongruentie
Als onderwerp en persoonsvorm niet overeenkomen.

Het is moeilijk om te beoordelen of de media wel betrouwbaar is

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag hiermee:
Incongruentie: H1 schrijven, opdr. 10 en 11

Verder oefenboekje op It's learning

Slide 9 - Tekstslide

Klopt deze zin:
Dit soort fouten worden helaas nog veel gemaakt.
A
Deze zin klopt
B
Deze zin klopt niet

Slide 10 - Quizvraag

Herschrijf de zin zodat hij klopt:
Dit soort fouten worden helaas nog veel gemaakt.

Slide 11 - Open vraag