Gebruik Present Perfect:
1. ervaringen
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.
Voorbeelden:
1. I have broken a bone before.
Ik heb (eerder) al eens een bot gebroken.
2. I have painted the door.
Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog het resultaat: een vers geverfde deur.