Nomina
carminis
A
nom.ev.
B
gen.ev.
C
dat.mv.
D
dat.ev.
1 / 17
Onderdelen in deze les
carminis
A
nom.ev.
B
gen.ev.
C
dat.mv.
D
dat.ev.
Slide 1 - Quizvraag
causis
A
abl.mv.
B
gen.ev.
C
nom.mv.
D
nom.ev.
Slide 2 - Quizvraag
verba
A
nom.ev.
B
abl.ev.
C
nom.mv.
D
dat.ev.
Slide 3 - Quizvraag
auctoritas
A
nom.ev.
B
acc.mv.
C
gen.ev.
D
dat.mv.
Slide 4 - Quizvraag
nominum
A
nom.ev.
B
acc.mv.
C
gen.mv.
D
abl.ev.
Slide 5 - Quizvraag
res
A
nom.ev.
B
nom.mv.
C
acc.mv.
D
acc.ev.
Slide 6 - Quizvraag
genua
A
nom.ev.
B
abl.ev.
C
nom.mv.
D
acc.mv.
Slide 7 - Quizvraag
virtus
A
nom.ev.
B
gen.ev.
C
nom.mv.
D
acc.mv.
Slide 8 - Quizvraag
pueris
A
gen.ev.
B
nom.ev.
C
dat.mv.
D
abl.mv.
Slide 9 - Quizvraag
legio
A
nom.ev.
B
dat.ev.
C
abl.ev.
D
gen.ev.
Slide 10 - Quizvraag
groep 1
groep 2
groep 3
anima
arx
bellum
certamen
dolus
corpus
Slide 11 - Sleepvraag
groep 2
groep 3
groep 4
virtus
casus
cibus
manus
gladius
fluctus
Slide 12 - Sleepvraag
groep 3
groep 5
homines
dies
oratores
spes
fames
pes
Slide 13 - Sleepvraag
Welk geslacht hebben de woorden van de eerste groep?
A
ze zijn allemaal vrouwelijk
B
meest vrouwelijk, een paar mannelijk
C
mannelijk, vrouwelijk, onzijdig door elkaar
D
meest vrouwelijk, een paar onzijdig
Slide 14 - Quizvraag
Welk geslacht hebben de woorden van de tweede groep?
A
ze zijn allemaal mannelijk
B
meest mannelijk of onzijdig een paar vrouwelijk
C
ze zijn allemaal onzijdig
D
mannelijk of onzijdig
Slide 15 - Quizvraag
Welk geslacht hebben de woorden van de derde groep?
A
ze zijn allemaal onzijdig
B
mannelijk of onzijdig
C
mannelijk of vrouwelijk
D
mannelijk, vrouwelijk of onzijdig
Slide 16 - Quizvraag
Wat is de beste manier om uit te vinden tot welke verbuigingsgroep een woord behoort?
