Fictie: 3e klas , pensum 1 - Personages

Fictie 3 H/V : Pensum 1 - Personages
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Fictie 3 H/V : Pensum 1 - Personages

Slide 1 - Tekstslide

Notities voor de docent:
Niet alle informatie is opgenomen in de slides. In dit notitieveld staat informatie die je bij deze presentatie kunt vertellen.
Wat gaan we doen bij het onderdeel Fictie in pensum 1?
  • Je leest een boek. Deels thuis, deels in de klas.
  • Je maakt aantekeningen bij de colleges over personages, literatuur of lectuur, vorm en inhoud
  • Je maakt opdrachten uit het hoofdstuk Fictie, paragraaf 7 en 8, zoals aangegeven in je studiewijzer
  • Je schrijft een recensie over je boek, waarin je de colleges betrekt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer 1.2 - Les 1
Opstarten: 20 min.
  • 5 min. Boek van de week: Wind - Esther Walraven
  • 15 min. zelfstandig lezen uit je leesboek
Klassikaal: 25 min.
  • LessonUp over Fictie: personages
Individueel: 15 min.
  • Aantekeningen maken m.b.t. het college over personages
  • Fictie §7: lees p.30, maak opdracht 1 t/m 3 (ter voorbereiding op de lessonup van les 2)

Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd welke soorten personages er zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boek van de week + zelfstandig lezen:
Te leen in de mediatheek!
timer
15:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Testvraag: Waar gaat dit college over?
A
Personages
B
Vorm & Inhoud
C
Lectuur of literatuur?
D
Tosti's in de pauze

Slide 5 - Quizvraag

Voor we verder gaan met dit college is het handig om met deze testvraag even te checken of het bij alle leerlingen goed is gegaan met inchecken op hun eigen device.
Welke aspecten van fictie heb je vorig jaar (in jaar 2) al besproken?

(meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Spanning en sensatie
B
Perspectief
C
Tijd en ruimte
D
Plot en motief

Slide 6 - Quizvraag

Je kunt even kort herhalen wat het ook alweer was. Niet per se nodig. Zolang ze het bij het schrijven van de recensie maar weer hebben opgehaald voor zichzelf.
Personages
Verhaalfiguren in boeken, toneelstukken en films 
noem je personages.
Het woord personage komt van het Latijnse woord persona en betekent 'Masker'.

Slide 7 - Tekstslide

Acteurs in de klassieke oudheid droegen maskers. Aan zo'n masker kon het figuur snel zien wat voor soort figuur werd afgebeeld: de slimme slaaf, of de wrede maar domme meester.

Door het masker te bekijken en te beschrijven weet je watvoor soort rol het betreffende personage heeft in het verhaal. Het geeft inzicht in zijn of haar persoonlijkheid. En dat is ook wat wij tijdens dit college gaan onderzoeken over de personages die we tegenkomen in boeken, films en toneelstukken.
Verschillende Personages
Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of een verhaal. 
We maken onderscheid tussen Typen en Karakters.

Slide 8 - Tekstslide

Een karakter is een personage uit het verhaal waarvan het innerlijk wordt beschreven. Je komt gevoelens en gedachtes te weten. Karakters zijn veelzijdig en onvoorspelbaar en maakt bijna altijd een ontwikkeling door in het boek.

Typen zijn vaak personages die snel herkenbaar zijn en met versimpeling en overdrijving zijn uitgebeeld. Je leert ze oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven. 

Afbeelding: Diverse karakters uit Harry Potter.
Spreken we bij de personages uit Harry Potter van
typen, karakters of allebei?
Typen
Karakters
Allebei

Slide 9 - Poll

Antwoord: allebei. Voer een kort gesprekje met de leerlingen over hun keuze. Welke karakters en typen herkennen ze?

Er zitten hele duidelijke schurken en helden in het verhaal. Van een groot deel van de personages komen we ook meer te weten over hun gedachtes en gevoelens (Harry Potter, Hermelien) maar er zitten ook personages tussen waar je niet zoveel van te weten komt. (Korzel en Kwast) 
Archetypen
Typen die al eeuwen in verhalen voorkomen
Held
Antiheld
Schurk

Slide 10 - Tekstslide

Een personage dat snel herkenbaar is en met versimpeling of overdrijving is uitgebeeld heet een type. Sommige typen komen al eeuwen in verhalen voor. Onbewust kennen we er een heleboel. Neem bijvoorbeeld de schurk, de held en de antiheld. Wanneer deze archetypen voorkomen in een verhaal volgen ze vaak hetzelfde patroon als helden en schurken in andere verhalen. 

Afbeelding(en:
Superman - Marvel
Shrek - Universal
Darth Vader - Star Wars
Eigenschappen
van een held

Slide 11 - Woordweb

We gaan even testen welke kennis jullie bewust of onbewust al hebben over deze archetypen. We maken een woordspin met eigenschappen/kenmerken van een held. Waaraan herken jij een held in een verhaal?
Redt iets of iemand
Gedraagt zich goed
Dapper / moedig
Eerlijk
Heeft een  nobel doel voor ogen
Held

Slide 12 - Tekstslide

Hoewel helden van tijd tot tijd en van cultuur tot cultuur verschillen, zijn er ook veel overeenkomsten. Die overeenkomsten hebben vooral te maken met het gedrag van de held en de afloop van het verhaal. Een held gedraagt zich meestal goed en redt de mens(heid) van het kwaad. 

Heldenverhalen zie je in alle tijden en culturen. Ze geven lezers en luisteraars een voorbeeld: geef niet op, houd moed. Of het zijn voorbeelden voor de maatschappij in het geheel. Met hun goede daden laten ze zien hoe mensen zich in een ideale maatschappij zouden moeten gedragen.
Eigenschappen
van een schurk

Slide 13 - Woordweb

Waaraan herken jij een schurk in een verhaal?
Schurk
Is in en in slecht, vertegenwoordigt het kwaad
Egoïstisch
Gewetenloos
slechte gewoontes

Slide 14 - Tekstslide

Geen held zonder schurk. De schurk is de tegenpool van de held. Schurken heb je in alle soorten en maten. Ze worden gedreven door hebzucht, wraak of wreedheid. Maar er is altijd één hele belangrijke overeenkomst: ze zijn in en in slecht. Ze vertegenwoordigen het kwaad. 

Naast zoveel slechtheid kan een held alleen maar goed zijn. Het maakt het heldenverhaal, waarin het goed het kwade moet overwinnen, nog spannender.
Wat is een antiheld?

Slide 15 - Open vraag

Het onderscheid tussen een held en een schurk is duidelijk. Maar wat is dan een antiheld?
Antiheld
Verre van volmaakt
Slechte gewoontes of eigenschappen
Sukkelig, onbenullig, onnozel
Is vaak, diep 
vanbinnen, wel 
moreel juist

Slide 16 - Tekstslide

Een antiheld is het tegenovergestelde van een held, maar is geen schurk. Het kan in een verhaal verfrissend werken dat er een personage rondloopt dat een beetje knullig en onbeduidend is. Met gewoontes en eigenschappen die haaks staan op de typische held,  zoals luiheid, angst, onzekerheid of fysieke zwakte. 

In de loop van het verhaal overwint de antiheld meestal zijn of haar slechte eigenschappen en ontpopt zich toch nog tot een held of tenminste tot een personage met een zichtbaar juist moreel kompas.
Karakters
Personages met 'echte mensen'-gevoelens en gedachten.
Mensen
Iets dat lijkt op een mens
Dingen of dieren

Slide 17 - Tekstslide

Echte mensen zijn nooit alleen maar óf slecht óf goed. Een personage in een boek, film of toneelstuk dat lijkt op mensen van vlees en bloed noem je een 'karakter'. Bij een karakter is niet alleen het uiterlijk, maar ook het innerlijk belangrijk. Het is een personage waar je ook de gevoelens en de gedachten van leert kennen. 

Zo'n karakter hoeft niet per se een echt mens te zijn. Het kan ook iets zijn dat op een mens lijkt, zoals de poppen in Toy Story. En het kan zelfs een dier zijn of een voorwerp dat helemaal niet op een mens lijkt. Zoals bijvoorbeeld het robotje Wall-E.

Afbeelding(en):
- Hermelien, Harry, Ron - Harry Potter
- Sheriff Woody - Toy Story
- Wall-E - Pixar


Uiterlijk
Alles wat je aan de buitenkant van een personage 
kunt zien of merken.
Bruin haar 
Gespierd
Stoer
Moedig
Sterk
Standvastig
Sportief
Zus

Slide 18 - Tekstslide

Van zowel typen als karakters is het mogelijk om het uiterlijk te beschrijven. 

Met het uiterlijk bedoelen we alles wat je aan de buitenkant van het personage kunt zien of merken. Dat is dus niet alleen leeftijd, lichaamsbouw, haarkleur en kleding. Maar ook gedrag. Is je personage extravert of introvert, chaotisch of precies? En wat is de relatie van je personage tot anderen? Broer of zus, vader en zoon, minnaar en minnares, held en schurk?

Afbeelding: 
- Katniss Everdeen - The Hunger Games
Met wie zou je, afgaande op hun uiterlijk,
vrienden willen worden?

Slide 19 - Poll

Het uiterlijk van je personage vertelt je stiekem al veel meer over het verhaal dan je in eerste instantie denkt. Zijn ze sympathiek of juist niet? 

Kijk maar eens naar deze personages. Ook zonder hun verhaal te weten kun je bepalen met wie je graag vrienden zou willen worden en met wie niet. 

Afbeelding(en):
- Gollem - The Lord of the Rings
- Kevin - The Minions
- Carl Fredricksen - Up
- Russel - Up
- Effie Trinket - The Hunger Games
- Sneep - Harry Potter
'Meneer Duffeling was directeur van Drillings, een boormachinefabriek. Hij was groot en gezet en had bijna geen nek, maar wel een enorme snor. Mevrouw Duffeling was blond en mager en haar nek was twee keer zo lang als normaal, wat goed van pas kwam omdat ze vaak over de schutting gluurde om de buren te bespioneren.' 
Fragment uit Harry Potter deel 1: De steen der wijzen.

Slide 20 - Tekstslide

Net zoals je personages kunt beoordelen op de afbeeldingen die je ziet, kun je dat ook op basis van de beschrijvingen die over iemands uiterlijk worden gegeven in een geschreven verhaal. 
'Meneer Duffeling was directeur van Drillings, een boormachinefabriek. Hij was groot en gezet en had bijna geen nek, maar wel een enorme snor. Mevrouw Duffeling was blond en mager en haar nek was twee keer zo lang als normaal, wat goed van pas kwam omdat ze vaak over de schutting gluurde om de buren te bespioneren.' 
Fragment uit Harry Potter deel 1: De steen der wijzen.
Relatie
Fysieke uiterlijk
Gedrag

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Innerlijk
Alle gedachten en gevoelens van een personage: 
dingen die je niet aan de buitenkant kunt zien.
Ik ben 
verliefd op...
Ik ben 
bang voor...
Hoe lang gaat dit nog duren?
Later word ik schrijfster

Slide 22 - Tekstslide

Bij een karakter kom je nog veel meer van je personages te weten dan alleen het uiterlijk. En daarin verschilt een karakter dus van een type. Je leert van karakters het gevoelsleven kennen en kunt  hun gedachten volgen. 

Juist de beschrijving van het innerlijk geeft kleur aan een personage. Je leert zijn of haar drijfveren en afwegingen kennen. Daardoor begrijp je het gedrag van een personage beter. Het wordt hierdoor ook makkelijker om jezelf te identificeren met het personage. Je kunt je voorstellen dat je in zijn of haar situatie zit. Hoe zou je zelf reageren? Hoe zou jij je voelen?

Afbeelding:
- Anne Frank met dagboek Kitty - Anne Frank Graphic Novel
'Ik voel me zo ellendig als in maanden niet, zelfs niet na de inbraak was ik van binnen en buiten zo kapot. Aan de ene kant Van Hoeven die is gepakt, de jodenkwestie, die in het hele huis uitvoerig besproken wordt, de uitblijvende invasie, het slechte eten, de spanning, de miserabele stemming, de teleurstelling om Peter. En aan de andere kant Beps verloving, pinksterreceptie, bloemen, Kuglers verjaardag, taarten en verhalen van cabarets, films en concerten. Dat verschil, dat grote verschil, dat is er altijd. De ene dag lachen we om het koddige van de schuilsituatie, maar de andere dag en nog veel meer dagen zijn we bang, staan angst, spanning en wanhoop op ons gezicht te lezen.' 
Fragment uit het dagboek van Anne Frank 'Het Achterhuis'.

Slide 23 - Tekstslide

Het geschreven verhaal is een uitstekende vorm om karakters goed uit te werken. Op een plaatje kun je niet zien wat ze écht denken of voelen. Je kunt het een beetje van hun gezichtsuitdrukking en houding aflezen, maar niets is zo uitgebreid als een gesproken of geschreven vertelstem.
'Ik voel me zo ellendig als in maanden niet, zelfs niet na de inbraak was ik van binnen en buiten zo kapot. Aan de ene kant Van Hoeven die is gepakt, de jodenkwestie, die in het hele huis uitvoerig besproken wordt, de uitblijvende invasie, het slechte eten, de spanning, de miserabele stemming, de teleurstelling om Peter. En aan de andere kant Beps verloving, pinksterreceptie, bloemen, Kuglers verjaardag, taarten en verhalen van cabarets, films en concerten. Dat verschil, dat grote verschil, dat is er altijd. De ene dag lachen we om het koddige van de schuilsituatie, maar de andere dag en nog veel meer dagen zijn we bang, staan angst, spanning en wanhoop op ons gezicht te lezen.' 
Fragment uit het dagboek van Anne Frank 'Het Achterhuis'.
Gevoelens
Gedachten

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom hebben we personages?


  • Je leert iets over normen en waarden, goed en kwaadJe kunt de normen en waarden van het personage afzetten tegen je eigen normen en waarden en die van de maatschappij om je heen.

  • Je kunt jezelf herkennen in het gevoelsleven van een personage, of juist helemaal niet. Waardoor je na gaat denken over hoe jij zou reageren in diezelfde fictieve situatie. Zonder dat personage had je daar nooit bij stilgestaan. Je leert iets over jezelf.

  • Bij een 'mogelijke wereld' (verzonnen wereld), wordt het makkelijker om je die situatie voor te stellen wanneer je je kunt identificeren met een personage. 

Slide 25 - Tekstslide

Hier hoef je niet lang bij stil te staan, maar het is wel goed om je te realiseren tijdens het lezen en onderzoeken van je verhaal.
Welke vragen kan ik stellen over 
personages in mijn leesboek?
  • Wie zijn de belangrijkste hoofdperso(o)n(en) en bijperso(o)n(en? 
  • Wat is hun onderlinge relatie?
  • Zitten er duidelijke (arche)typen in, zoals helden, schurken of antihelden?
  • Wat kom je te weten over het uiterlijk van de personages?
  • Wat kom je te weten over het innerlijk van de personages?
  • Herken je jezelf in één van de personages?
  • Wat kun je van jouw personage(s) leren?

Slide 26 - Tekstslide

Tot slot is het natuurlijk de vraag: hoe verwerk je dit college uiteindelijk in je presentatie/elevator pitch aan het einde van dit pensum? 

Probeer antwoord te geven op (een aantal van) deze vragen. 

Met deze vragen vat je de informatie uit dit college mooi samen en heb je een handvat om die informatie op je eigen boek toe te passen.

Afbeelding:
- Dave - Minions
Nog geen geschikt leesboek gevonden? 
Wie weet zit er iets leuks bij deze boekentips!

Slide 27 - Tekstslide

De Godden Broers:
Een kabbelend liefdedrama met een verrassend einde. Je krijgt de gedachtes en verliefde gevoelens van de hoofdpersoon mee, maar komt er niet achter of diegene een jongen of een meisje is.

De Roos uit het beton:
De prequel op het boek The Hate U Give. Het gaat over een schooljongen die tienervader wordt. Een Black Live Matter-roman.

Huisje 13:
Hoe ga je om met een moeder die een wifi-wappie wordt? Wanneer valt iets nog onder 'een andere opvoeding' en wanneer moet je als school of co-ouder ingrijpen?

De ijzige verloofde:
Het eerste deel van de spannende fantasy serie 'De Spiegelpassanten'. Het speelt zich af in de toekomst en hangt qua sfeer tussen Alice in Wonderland en Harry potter in.

Stilte heeft een eigen stem:
Een Amerikaanse zoon van een diplomaat wil fotojournalist worden en komt via zijn foto's achter een vreselijk geheim in  Spanje ten tijde van het Franco-regime.

De grand tour van Henry Montague:
'Het onzedelijke reisverslag van een rebelse jonge gentleman'. Tegenwoordig gaan jongeren op roadtrip of backpacken. In de 18e eeuw maakten rijke jonge mannen een Grand Tour door Europa. Het is erg woke, alle vormen van liefde komen aan bod.

Zeis
Een leven zonder honger, ziekte, oorlog en lijden in de toekomst. Maar als er geen mensen meer dood gaan moet de populatie  op een andere manier in toom worden gehouden. Alleen Zeisen zijn nog in staat om een leven te beëindigen. 
Lesdoel: Ik heb geleerd welke soorten personages er zijn.

Geef aan op een schaal van 1 tot 10.
0 = Ik snap er helemaal niets van...
10 = Ik snap het helemaal!


Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd welke soorten personages er zijn.
010

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Laat met een emoji weten
wat je van deze les vond:
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Deze slide heeft geen instructies