Spelling B8W2L3

WAT GAAN WE DOEN VANDAAG?

HERHALEN VAN 
WOORDSOORTEN EN ZINSDELEN
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WAT GAAN WE DOEN VANDAAG?

HERHALEN VAN 
WOORDSOORTEN EN ZINSDELEN

Slide 1 - Tekstslide

timer
0:45
Welke woordsoorten
en zinsdelen
kennen wij nog?

Slide 2 - Woordweb

QUIZ!

Slide 3 - Tekstslide

In het centrum van Brussel vind je een klein bronzen beeldje. De hoogte van het kunstwerk is achtenvijftig centimeter.  
Manneken Pis is één van de bekendste Belgische trekpleisters. 
Heb jij hem weleens gezien? 
Mijn oom en tante hebben het monument bezocht, toen ze op huwelijksreis waren. 

Slide 4 - Tekstslide


In het centrum van Brussel vind je
een klein bronzen beeldje. 
A
Onderwerp
B
Hulpwerkwoord
C
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
D
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 5 - Quizvraag


In het centrum van Brussel vind je
een klein bronzen beeldje. 
A
Voorzetsel
B
Lidwoord
C
Hulp werkwoord
D
Voltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag


De hoogte van het kunstwerk is achtenvijftig centimeter.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Telwoord
C
Voltooid deelwoord
D
Rangtelwoord

Slide 7 - Quizvraag


De hoogte van het kunstwerk is achtenvijftig centimeter.
A
Voegwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Persoonsvorm
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 8 - Quizvraag


Manneken Pis is één van de bekendste Belgische trekpleisters. 
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Voltooid deelwoord
D
Lidwoord

Slide 9 - Quizvraag


Heb jij hem weleens gezien? 
A
Persoonsvorm
B
Voorzetsel
C
Bezittelijk voornaamwoord
D
Onderwerp

Slide 10 - Quizvraag


Mijn oom en tante hebben het monument bezocht, toen ze op huwelijksreis waren. 
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Voorzetsel
D
Persoonsvorm

Slide 11 - Quizvraag

Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!
Mijn broer en ik hebben daar een vlot gebouwd. 
Mijn vader wil de volgende keer een cursus boogschieten volgen. 
Wij gaan onze neven dan ook uitnodigen.

Slide 12 - Tekstslide


Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Werkwoordelijke gezegde

Slide 13 - Quizvraag


Afgelopen weekend hebben wij de Ardennen ontdekt!
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Werkwoordelijke gezegde

Slide 14 - Quizvraag


Mijn broer en ik hebben daar een vlot gebouwd. 
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoordelijke gezegde
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 15 - Quizvraag


Mijn vader wil de volgende keer een cursus boogschieten volgen. 
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoordelijke gezegde
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 16 - Quizvraag


Wij gaan onze neven dan ook uitnodigen.
A
Onderwerp
B
Werkwoordelijke gezegde
C
Persoonsvorm
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 17 - Quizvraag


Wij verwachtten gisteren niet dat onze papieren brochures op het trottoir zouden worden gegooid.
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Werkwoordelijke gezegde
C
Lijdend voorwerp
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 18 - Quizvraag


Wij verwachtten gisteren niet dat onze papieren brochures op het trottoir zouden worden gegooid.
A
Voegwoord
B
Werkwoordelijke gezegde
C
Lijdend voorwerp
D
Voorzetsel

Slide 19 - Quizvraag


Wij verwachtten gisteren niet dat onze papieren brochures op het trottoir zouden worden gegooid.
A
Persoonsvorm
B
Lijdend voorwerp
C
Werkwoordelijke gezegde
D
Onderwerp

Slide 20 - Quizvraag


Wij verwachtten gisteren niet dat onze papieren brochures op het trottoir zouden worden gegooid.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Voltooid deelwoord
C
Werkwoordelijke gezegde
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 21 - Quizvraag


Wij verwachtten gisteren niet dat onze papieren brochures op het trottoir zouden worden gegooid.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Voltooid deelwoord
D
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 22 - Quizvraag


Vermijd plankenkoorts tijdens jullie tournee, want daar schiet je niets mee op.
A
Voorzetsel
B
Voegwoord
C
Hulpwerkwoord
D
Lidwoord

Slide 23 - Quizvraag


Vermijd plankenkoorts tijdens jullie tournee, want daar schiet je niets mee op.
A
Bezittelijk voornaamwoord
B
Voorzetsel
C
Hulpwerkwoord
D
Zelfstandig naamwoord

Slide 24 - Quizvraag