Over taal blok 4
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer gebruik je 'dan' en wanneer gebruik je 'als'?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Piet loopt net zo ver ... Jan.
A
als
B
dan
Slide 5 - Quizvraag
Zijn schoenen zijn duurder ... die van hem.
A
dan
B
als
Slide 6 - Quizvraag
Deze wandelrouter loopt anders ... ik dacht.
A
dan
B
als
Slide 7 - Quizvraag
Zijn schoenen zijn twee keer zo duur .. die van hem.
A
dan
B
als
Slide 8 - Quizvraag
Mijn nieuwe baan is niet zo leuk ... mijn vorige baan.
A
dan
B
als
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Wat is vaktaal?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Noem 2 vakwoorden
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Kan jij nog zo'n vakwoord noemen?
