criminaliteit §3

MAATSCHAPPIJKUNDE


CRIMINALITEIT
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

MAATSCHAPPIJKUNDE


CRIMINALITEIT

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
  •  §1 Wat is criminaliteit? 
  • §2 Ons beeld van criminaliteit

Daarna: starten met §3: Oorzaken van criminaliteit 

Slide 2 - Tekstslide





Crimineel?

Slide 3 - Tekstslide





Crimineel?

Slide 4 - Tekstslide





Crimineel?

Slide 5 - Tekstslide

(On)geschreven regels
Ongeschreven regels
Regels voor gedrag die nergens op papier staan
(spugen op straat)

Geschreven regels
Regels die in reglementen of wetten staan
(regels op school of bij je sportclub)


Slide 6 - Tekstslide

Geschreven regels  zijn ook rechtsregels

Slide 7 - Tekstslide

Regels (en dus criminaliteit) heeft te maken 
met waarden en normen
Iets dat je belangrijk vindt in het leven. Bijvoorbeeld eerlijkheid of respect.
Afspraken over hoe wij ons gedragen.

Slide 8 - Tekstslide

Waarde

Eerlijkheid 

Respect

Veiligheid



Norm

Ik steel niet

Ik gooi geen afval op de grond

Ik heb geen mes op zak

Slide 9 - Tekstslide

Criminaliteit 
Het geheel van gedragingen dat door de wet strafbaar wordt gesteld

Slide 10 - Tekstslide

Waar staan die wetten?

  • Wetboek van Strafrecht

Voorbeelden: mishandeling, moord, verkrachting, inbraak, openbaar dronkenschap en wildplassen

Slide 11 - Tekstslide

Andere wetten
Wegenverkeerswet
(joyriden, zonder helm rijden, doorrijden na een ongeval)

Opiumwet
(de wet over drugsgebruik)

Wet op de economische delicten
(frauderen of geld witwassen)

Slide 12 - Tekstslide

Criminaliteit is tijdsgebonden

  • Overspel was in 1970 nog strafbaar, nu niet meer.

  • Milieuvervuiling wordt nu zwaarder bestraft.

  • Nieuwe vormen van criminaliteit: internet fraude, hacken en naaktfoto's rondsturen.

Slide 13 - Tekstslide

Criminaliteit is plaatsgebonden

  • In ongeveer 70 landen is een relatie met iemand van hetzelfde geslacht strafbaar

  • In de Verenigde Staten is het een grondrecht om een wapen te mogen dragen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Is wapenbezit overal in de wereld verboden?



Antwoord met ja of nee in de chat én noem een land.

Slide 16 - Tekstslide

Criminaliteit is plaatsgebonden

  • In ongeveer 70 landen is een relatie met iemand van hetzelfde geslacht strafbaar

  • In de Verenigde Staten is het een grondrecht om een wapen te mogen dragen

Slide 17 - Tekstslide

Andere voorbeelden...
  •  Je telefoon gebruiken op de fiets

  • Je moet een mondkapje dragen

  • Het homohuwelijk is niet (meer) strafbaar

Slide 18 - Tekstslide


Overtreding

Lichte schendingen van de wet

Wildplassen, zwartrijden

Misdrijf

Zware schending van de wet

Moord, verkrachting, inbraak
Wetboekvan Strafrecht

Slide 19 - Tekstslide

Overtreding
  • Maximaal 1 jaar in het Huis van Bewaring

  • Hechtenis

  • Meestal geen strafblad


Slide 20 - Tekstslide

Misdrijf
  • Gevangenisstraf (vrijheidsstraf)

  • Hoe ernstiger, hoe hogere straf

  • Strafblad

  • Poging tot of medeplichtig aan is strafbaar

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ernstiger, hoe hoger

  • Diefstal, maximaal 4 jaar



  • Moord, maximaal 30 jaar of levenslang


Slide 22 - Tekstslide

Strafblad
  • Geregistreerd bij justitie

  • Misdrijven = blijft 30 jaar staan

  • Overtreding = alleen bij een hoge boete of hechtenis




Slide 23 - Tekstslide

Zware criminaliteit
Moord, inbraak, gewapende overval, verkrachting 



Georganiseerde misdaad

Drugshandel, mensenhandel, prostitutie

Slide 24 - Tekstslide

Veelvoorkomende criminaliteit
  • Een op de vijf Nederlanders heeft er jaarlijks mee te maken

  •  Winkeldiefstal, zakkenrollers, fietsendiefstal, voetbalvandalisme, vernieling

  • Lichte straf als je wordt gepakt


Slide 25 - Tekstslide

Hoe meten we criminaliteit? 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht bij §3
Lees de tekst, pag. 28-31
Maak de bijbehorende opdrachten 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

§3: oorzaken van criminaliteit
Lees de tekst, pag. 28-31
Maak de bijbehorende opdrachten (10 minuten)

Bespreken van de opdrachten
Verder met de opdrachten pag. 32-33

Slide 31 - Tekstslide