B(K)2 Instructie schrijven-introductie

Instructie schrijven
B(K)2 - schrijven en formuleren H3
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Instructie schrijven
B(K)2 - schrijven en formuleren H3

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt vertellen wat een instructie is. 
  • Je kunt ten minste drie punten noemen waar een eenvoudige instructie aan moet voldoen. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij
het woord: instructie?

Slide 4 - Woordweb

Wat is dit voor soort tekst?

Slide 5 - Open vraag

Wat heb je gedaan als je alle stappen volgt?

Slide 6 - Open vraag

Welke stap ontbreekt?

Slide 7 - Open vraag

Uitleg: wat is een instructie?
  • Stap voor stap uitleggen wat iemand moet doen. 
  • De lezer moet de instructie goed kunnen begrijpen en uitvoeren.  

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: hoe schrijf je een instructie?
  • Vertel in de inleiding waar de instructie over gaat. 
  • Leg alles stap voor stap uit. 
  • Gebruik korte en eenvoudige zinnen. 
  • Zet alles in de volgorde, waarin de lezer het moet uitvoeren. 
  • Nummer de stappen of zet een opsommingsteken ervoor (streepje, bolletje, etc.). 

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg: hoe schrijf je een instructie?
  • Begin elke instructiezin met een doe-woord.
    Dit is een werkwoord: doe..., pak..., snijd... 
  • Gebruik signaalwoorden die een volgorde van tijd aangeven.
    Eerst…, dan…, daarna…, vervolgens…, ten slotte… 
  • Gebruik als het nodig is één of meer afbeelding(en) om jouw instructie duidelijker te maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Toets vervolgens je viercijferige pincode in. Druk weer op de groene OK/Ja-knop. Je hebt betaald.
Steek je bankpas in de betaalautomaat als de verkoper zegt dat het kan. Laat de pas in het apparaat zitten.
Tekst

Slide 11 - Sleepvraag