Herhaling kunst

Herhaling kunst
Mevr. Vermeulen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhaling kunst
Mevr. Vermeulen

Slide 1 - Tekstslide

- Welke kunstperiodes hebben we vorige les besproken?

Slide 2 - Woordweb

De leerlingen mogen alles wat ze nog weten van vorige les in deze woordenwolk zetten. Moeilijke begrippen zoals 'contraposthouding', '...' worden uitgelegd door de leerlingen wanneer deze op bord zouden verschijnen.
Renaissance
Barok




Neoclassicisme

Slide 3 - Sleepvraag

De leerlingen slepen de afbeelding naar de juiste periode.
Renaissance:
Kerken en stadspaleizen (pallazi)
Kenmerken:
-    Symmetrie
-    Evenwichtige verhoudingen
-    Horizontale lijnen
-    Klassieke elementen: zuilen, rondbogen, koepels, friezen, frontons

Barok:
Continuïteit:
-    Symmetrische opbouw
-    Klassieke elementen: frontons, friezen, zuilen
Verschil:
-    Meer versierd: beelden, reliëfs, krullen, toren, koepels, ...
-    Dynamiek: combinatie van verticale en horizontale lijnen.
FR + ENG + Noord NL = sober op eerste zicht

Neoclassicisme:
Aristocratische woningen, burgerhuizen, hotels en kerken -> lijken geheel of gedeeltelijk op klassieke tempels.


Renaissance
Barok




Neoclassicisme

Slide 4 - Sleepvraag

Renaissance
Anatomisch correct, juiste verhoudingen
Geïdealiseerd
Naakte en vrijstaande beelden
Contrapost
-    Dynamisch i.p.v. statisch

Barok:
Continuïteit:
-    Thema’s: mythologie en religie
Verschil:
-    Dynamiek -> schroefvormig opbouw en draperingen
-    Heftige emoties -> dramatisch

Neoclassicisme:
Continuïteit:
-    Klassieke helden & goden
Verschil:
-    Sterk gepolijst


Renaissance
Barok




Neoclassicisme

Slide 5 - Sleepvraag

De leerlingen slepen de afbeelding naar de juiste periode.
Renaissance
Evenwichtige composities
Realistisch
Diepte:
-    Lijnperspectief (wiskunde)
-    Verkort
-    Schaduwen
-    Landschappen op achtergrond
Olieverf i.p.v. tempera
Vlaamse primitieven

Barok
Continuïteit:
-    Thema’s: portretten, religie en mythologie, historisch, stilleven
Verschil:
-    Dynamischer -> ingewikkelde composities, meer personages, meer beweging
-    Diagonale lijnen
-    Grote contrasten
-    Realisme i.p.v. idealisering

Neoclassicisme
Continuïteit:
-    Thema’s: mythologie, historische verhalen, landschappen, archeologische vondsten  
Verschil:
-    Religie komt minder voor
Weloverwogen kleurgebruik

Overgang: het neoclassicisme werd beïnvloed door de "Verlichting". Wat de verlichting nu net is, gaan we zo dadelijk te weten komen.

Verlichting
Mevr. Vermeulen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beginsituatie
- Wat voor maatschappij typeert de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd?

- Wie had de macht in handen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer presenteerde Isaac Newton zijn boek "Principia"?
A
Eind 16de eeuw
B
Begin 17de eeuw
C
Eind 17de eeuw
D
Begin 18de eeuw

Slide 9 - Quizvraag

- Vanwaar is Isaac Newton denk jij?
(- Wat vond hier nog plaats? De Glorious Revolution)

Deze nieuwe manier van denken ontstond eerst in Engeland in de tweede helft van de 17de eeuw. Later, in de 18de eeuw,  verschuift het zwaartepunt naar Frankrijk en de Duitssprekende landen.
- Welke plaats in Frankrijk werd vermeld in de video?

Extra informatie: In 1688 is de positie van de Engelse koning James II, Mary's vader, onhoudbaar, onder andere omdat hij katholiek is geworden. Met de steun van enkele belangrijke protestantse parlementsleden organiseert Willem een inval in Engeland en neemt hij de macht over. Dit wordt ook wel de 'Glorious Revolution' genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Tijdlijn uit boek van leerlingen.

Waar discussieerde men in Parijs?
A
Het parlement
B
De salons
C
Op straat
D
Op restaurants

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Salons
- Waar vonden deze plaats?

- Wie ging hier gasten ontvangen?

- Wie werd hiervoor uitgenodigd?

Slide 12 - Tekstslide

Salons vonden thuis (in hun salon) plaats.
Hier ontvingen adellijke of burgerlijke dames hun gasten.
Er werd geen onderscheid gemaakt op basis van standen. Er zijn dus zowel ambtenaren als artsen als advocaten als professoren als geestelijke als ... aanwezig.
Wat schrijft Kant?
A
Durf te denken.
B
Doe eerst, denk daarna pas.
C
Durf te doen.
D
Heb de moed je eigen verstand te gebruiken!

Slide 13 - Quizvraag

Durf te denken = uit video
Heb de moed je eigen verstand te gebruiken = uit hun leerwerkboek
Hoewel de Republiek bekend stond als tolerant en lankmoedig omging met kritische denkbeelden (zeker in vergelijking met omringende landen) kende de tolerantie en de vrijheid van meningsuiting in de Nederlanden wel degelijk grenzen. In 1668 probeerde bijvoorbeeld een vriend van Spinoza, Adriaan Koerbagh, een boek te laten drukken, met de titel Een Ligt schijnende
in duystere plaatsen, om te verligten de voornaamste saaken der Godsgeleerdtheyd en Godsdienst. In dit boek had hij ideeën van Spinoza verwerkt en keerde hij zich tegen de reformatorische leer. Adriaan Koerbagh wordt verraden door zijn drukker die hem aangeeft bij de schout. Hoewel Koerbagh was ondergedoken in Leiden was iemand, die zijn schuilplaats kende,
bereid hem voor 1500 gulden te verraden. Adriaan Koerbagh werd daarop samen met zijn broer Johannes gearresteerd. Hij werd
veroordeeld tot 10 jaar rasphuis, verbanning en 6000 gulden boete.

(Het rasphuis was een tuchthuis in Amsterdam waarin uitsluitend jonge mannelijke misdadigers opgesloten werden.)

Slide 14 - Tekstslide

- Welke uitvinding was erg belangrijk voor de verspreiding van de verlichte ideeën? De drukpers
- Waarom was deze zo belangrijk? Door de drukpers konden de nieuwe ideeën op grotere schaal verspreidt worden.

- Wat wordt er in deze bron beschreven?

Hoewel de bovenlaag van de maatschappij steeds meer toegang heeft tot boeken, kranten en tijdschriften, is er geen spraken van drukpers vrijheid. Bepaalde filosofen worden gearresteerd. Dit noemen we "repressieve" politiek.
- Wat betekent dit woord? Onderdrukking
(Tip Engelse woord "repressive")

Bepaalde boeken worden verboden.
- Is dit een goede tactiek?
- Hoe worden deze boeken dan verkocht?

- Kunnen veel mensen lezen in deze tijd?
De verlichte filosofen
  • John Locke
  • Montesquieu
  • Jean-Jacques Rousseau

Link Bookwidget: https://www.bookwidgets.com/play/ErNw5YqA-iQAEFiRHrgAAA/GGTY8GJ/de-verlichte-fi?teacher_id=6036156326608896

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Salons:
Verdiepingsopdracht over de salons en de rol van de vrouw hierbij.

Link Bookwidget: https://www.bookwidgets.com/play/eerFFvEN-iQAEst6wbgAAA/5GUC85T/salons?teacher_id=6036156326608896

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van de mens:
Opdracht over de rechten van de man en de vrouw. Hierbij ga je linken leggen met de verlichtingsdenkers.

Link Bookwidget: https://www.bookwidgets.com/play/smW_fYZW-iQAEzMUrrgAAA/JGTMDJL/rechten-van-de?teacher_id=6036156326608896

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verlichte (vrouwelijke) denkers
Opdracht over Mary Wollstonecraft, een vrouwelijke verlichte denkster. Deze opdracht bevat een video.

Link Bookwidget: https://www.bookwidgets.com/play/1xv1KTIW-iQAF5FbZrgAAA/CGTRVCC/verlichte-vrou?teacher_id=6036156326608896

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

John Locke
- Hoe ziet Locke de mensen? volkomen vrij en onderling gelijk zonder rangverschil of onderschikking.
- Een volk heeft het recht om zich te verdedigen volgens hem. Wanneer mag dit? Wanneer deze eigendommen van het volk ontvreemden of vernietigen. Of wanneer het volk wordt onderworpen aan een willekeurige macht.

Extra:
- Waarom moest hij vluchten voor de Stuarts? John Locke moest vluchten voor de Stuarts omdat hij werd verdacht van betrokkenheid bij een complot tegen de koning. Zijn ideeën over vrijheid, volkssoevereiniteit en het recht op opstand gingen in tegen het absolutistische bewind. Daarom vluchten hij uit naar de Verenigde Provinciën.

Slide 20 - Tekstslide

Montesquieu
- Hoeveel soorten machten zijn er? 3
- Welke zijn dit? Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
- Waarom vond hij het belangrijk dat deze gescheiden waren? Zodat mensen hun macht niet/minder snel kunnen misbruiken.

Extra vragen:
- Is er overal ter wereld een scheiding der machten? Nee
- Welk land heeft sinds kort een scheiding der machten? Syrië

Slide 21 - Tekstslide

Jean-Jacques Rousseau
- Welke principe typeert Rousseau? volkssoevereiniteit
- Wat is volkssoevereiniteit? De hoogste macht ligt bij het volk.

Slide 22 - Tekstslide

Adam Smith
- Waar is Smith tegen? Tegen het mercantilisme.
- Wat is dit? Mercantilisme is een economische politiek die erop gericht is om de rijkdom van het eigen land te vergroten, door de import te verkleinen en export te vergroten.

Hij wordt gezien als de vader van het economisch liberalisme.
- Wat houdt dit in? Vraag-aanbod gestuurd, collectieve basis, weinig bemoeienis van overheid

De samenleving moet geregeld worden via een contract tussen het volk en zijn vertegenwoordigers.
A
Montesquieu
B
Rousseau
C
Locke
D
Smith

Slide 23 - Quizvraag

soevereiniteit
Is tegen het mercantilisme.
A
Montesquieu
B
Rousseau
C
Locke
D
Smith

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scheiding der machten
A
Montesquieu
B
Rousseau
C
Locke
D
Smith

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen is gelijk en vrij.
A
Montesquieu
B
Rousseau
C
Locke
D
Smith

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies