H1 nask s,t-diagram

H1 snelheid in beeld
s, t-diagrammen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H1 snelheid in beeld
s, t-diagrammen

Slide 1 - Tekstslide

s, t-diagrammen
Wat zie je als je meerdere foto's achter elkaar maakt van iemand die beweegt?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je aan het plaatje zien dat de snowboarder steeds sneller gaat?

Slide 3 - Tekstslide

Nu staat de afstand eronder (in meter)

Slide 4 - Tekstslide

Stel dat elke seconde een foto is genomen

Slide 5 - Tekstslide

De groene stippen staan op het midden van het board.

Slide 6 - Tekstslide

De snowboarder is weggehaald, alleen de stippen staan er nog.

Slide 7 - Tekstslide

tijd (s) afstand (m)
0 0
1 0,8
2 1,8
3 2,9
4 4,2
5 6

tijd (s)
afstand (m)
0
0
1
0,8
2
1,8
3
2,9
4
4,2
5
6

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zou het s,t-diagram eruit zien als de snowboarder steeds even snel gaat?

Slide 9 - Tekstslide

Een rechte lijn betekent dus: 
constante snelheid

Slide 10 - Tekstslide

Hoe steiler de grafiek gaat: 
hoe hoger de snelheid

Slide 11 - Tekstslide

Doordat er steeds meer afstand is in dezelfde tijd weet je dat hij steeds sneller gaat.

Slide 12 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over dit s,t-diagram

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel meter legt de persoon af 
in de eerste seconde?

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel meter legt de persoon af in de eerste seconde?
A
1
B
2
C
6
D
8

Slide 15 - Quizvraag

Beweegt de persoon met een constante snelheid?

Slide 16 - Tekstslide

Beweegt de persoon met een constante snelheid?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Wat doet de persoon tussen de 2 en 3 seconden?

Slide 18 - Tekstslide

Wat doet de persoon tussen de 2 en 3 seconden?
A
6 meter afleggen
B
constant bewegen
C
stilstaan
D
dat kun je niet weten

Slide 19 - Quizvraag

Wat doet de persoon tussen de 4 en 6 seconden?

Slide 20 - Tekstslide

Wat doet de persoon tussen de 4 en 6 seconden?
A
teruglopen naar het begin
B
terug in de tijd gaan
C
stilstaan
D
verder lopen

Slide 21 - Quizvraag