Hoe te antwoorden op examenvragen

Welkom bij geschiedenis!
Oefenen voor het examen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij geschiedenis!
Oefenen voor het examen

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Soorten examenvragen
  • Hoe beantwoordt je een open vraag?
  • Hoe beantwoordt je een multiple choice vraag?
  • Hoe beantwoordt je een bronnen vraag?
  • Hoe beantwoordt je een chronologievraag?
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan in eigen woorden uitleggen...
  • Welke soort vragen er op het geschiedenis examen komen.
  • Hoe je het best op open vragen kan antwoorden
  • Hoe je een MC vraag beantwoord
  • Op welke manier je om moet gaan met bronnen
  • Hoe je een chronologievraag beantwoord.
  • Je begrijpt 

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Over het examen
1. Alle vragen staan in chronologische volgorde. Dit kan je helpen in het beantwoorden van vragen.

2, Er zijn: open vragen, mc vragen, bronnen vragen en chronologievragen (historische volgorde)

Slide 4 - Tekstslide

Vragen beantwoorden
  1. Neem een woordenboek mee!
  2. Schrijf niet teveel redenen op als er bijv: 2 gevraagd worden. Alleen de eerste 2 worden goed gerekend.
  3. Als er twee verschillende dingen worden gevraagd, schrijf dan ook verschillende dingen op.
  4. Als er staat: Doe het zo.... Doe het dan ook zo!!
  5. Lees na het maken van alle vragen, de toets nog eens goed door.

Slide 5 - Tekstslide

Open Vragen beantwoorden
  1. Lees eerst goed de vraag door
  2. Gebruik een deel van de vraag in je antwoord (o)
  3. Beantwoord de vraag met gebruik van begrippen (u).
  4. Conclusie: 'Dus....'                  Bijvoorbeeld vraag

Slide 6 - Tekstslide

MC Vragen beantwoorden
  1. Lees eerst goed de vraag door
  2. Maak je keuze voor het goede antwoord
  3. Schrijf je antwoord in een HOOFDLETTER

Slide 7 - Tekstslide

BronVragen beantwoorden
  • Bekijk het plaatje goed, wat zie je?
  • Lees het bijschrift, geeft veel informatie...
  • 'Uit de bron' gebruiken, ook echt 'uit de bron' halen...
  • Bij bron vragen gebruik je ook het stappenplan

Slide 8 - Tekstslide

Bronnen
Leg met gebruik van de bron uit waarom deze foto een symbool is van de Holocaust.  

  1. Herhaal de vraag
  2. Ik zie... (gebruik van de bron)
  3. Dat betekent... (gebruik van begrippen en geven van context)
  4. Daarom... (conclusie en beantwoording vraag)
  1. Lees eerst goed de vraag door
  2. Gebruik een deel van de vraag in je antwoord
  3. Beantwoord de vraag met gebruik van begrippen.
  4. Conclusie: 'Dus....'

Slide 9 - Tekstslide

4. Historische volgorde/Chronologie
Basis
  • bepaal per bron, begrip of omschrijving wanneer het (ongeveer) was
Antwoord
  • Schrijf op je blaadje de antwoordvolgorde; als je alleen letters hoeft op te schrijven: hoofdletters
Check
  • streep de antwoorden op je examen weg om te controleren.

Slide 10 - Tekstslide

1. Beargumenteren
Verklaren: 
leg uit hoe dat komt/ is ontstaan (oorzaken-gevolg)

Beschrijven: 
benoem wat je ziet/ leest/ herkent/ hebt geleerd

Beargumenteren: 
Leg uit
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

1. Beargumenteren
1. Waar gaat de vraag over? 
Wat willen ze weten? onderstreep wat je herkent/ hebt geleerd. Begrip (of omschrijving), jaartal, persoon.
2. Antwoord
Schrijf op papier wat je hebt geleerd over dit begrip/ jaartal of persoon. Dit is de essentie van jouw antwoord. Begin je antwoord met het herhalen van de kern van de vraag.
3. Conclusie / Check
Lees de vraag nog eens goed door. 
Schrijf in een enkele zin het antwoord op de vraag. 
Dus ... Check of je antwoord voldoet; juiste aantal argumenten/ invalshoek/ etc.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
  1. Lees eerst goed de vraag door
  2. Gebruik een deel van de vraag in je antwoord
  3. Beantwoord de vraag met gebruik van begrippen.
  4. Conclusie: 'Dus....'

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video


  1. Lees eerst goed de vraag door
  2. Gebruik een deel van de vraag in je antwoord
  3. Beantwoord de vraag met gebruik van begrippen.
  4. Conclusie: 'Dus....'

Slide 14 - Open vraag

2. Bronnen
1. De Bron 
Kijk naar de info bij de bron. 
Leg eerst je hand op de bron en kijk of je het antwoord al kunt vinden.
2. Antwoord
Schrijf op papier wat je hebt geleerd over dit begrip/ jaartal of persoon. 
Dit is de essentie van jouw antwoord. 
Begin je antwoord met het herhalen van de kern van de vraag.
3. Conclusie / Check
Verbind de bron en het begrip/gebeurtenis met elkaar in je antwoord.
Lees de vraag nog eens goed door. 

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting
Let op! Bij een ongeschreven bron staat het antwoord vaker bij de bron. Bij een geschreven bron staat het vaker in de bron.

Slide 15 - Tekstslide

2. Bronnen
  • De betrouwbaarheid van de bron
Wie heeft de bron geschreven en met welk doel?

Voorbeeld Koude oorlog:
communist tekent een kapitalist   <>   communist tekent een communist
kapitalist tekent een kapitalist        <>   kapitalist tekent een communist

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag

3. Multiple Choice
Basis
  • onderstreep de kerngegevens. Lees de vraag !! niet de antwoorden!
Antwoord
  • Bedenk zelf wat het antwoord zou moeten zijn
Check
  • Welk antwoordmogelijkheid past het best bij jouw eigen antwoord.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide


Gebruik de bron
De tekening gaat over de Volkenbond.
▻Welke omschrijving past bij de bron?
De Volkenbond gaat
A
een succes worden, omdat de Verenigde Staten deelnemen.
B
een succes worden, omdat Duitsland deelneemt.
C
mislukken, omdat de Verenigde Staten niet deelnemen.
D
mislukken, omdat Duitsland niet deelneemt.

Slide 19 - Quizvraag


Slide 20 - Open vraag

Antwoord

Slide 21 - Tekstslide

Hoe worden vragen bij het examen Geschiedenis gesteld?

Slide 22 - Tekstslide

Taal in de vraag
Leg uit
  • waardoor...
  • waarom...
  • welk(e)...
  • met een of twee voorbeelden...
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 23 - Tekstslide

Taal in de vraag
Noem
 
Geef
  • een kenmerk...
  • een reden of motief...
  • een argument...
  • een voorbeeld uit...
  • een/dit begrip...
  • een overeenkomst...
  • een verschil...
  • per onderdeel aan...
  • per omschrijving aan...
  • een verklaring...
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 24 - Tekstslide

Taal in de vraag
Let op!
  • oorzaken of gevolgen...
  • voorbeelden of voordelen...
  • kies uit...
  • verschijnsel...
  • andere (voorbeelden)...
  • bruikbaar of niet bruikbaar...
  • betrouwbaar of niet betrouwbaar...
  • politiek of historisch (argument)...
  • theorie of praktijk...
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 25 - Tekstslide

Taal in de vraag
Welk(e)
  • kenmerk(en) hoort/ horen...
  • standpunt(en) hoort/ horen...
  • afbeelding(en) hoort/ horen...
  • voorbeeld(en) hoort/ horen...
  • gebeurtenis(sen) hoort/horen...
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 26 - Tekstslide

Achteraf
  • Kijk uit met het thuis 'nakijken' van je examen: eigenlijk alleen de gesloten vragen kun je nakijken...
  • Geef jezelf niet 'zomaar' punten bij open vragen...
  • Ga het puntentotaal niet op een site invoeren voor een voorlopig cijfer...écht volkomen zinloos...
  • Niet bij je leraar vragen of je het goed hebt gemaakt: hij kan en mag niets zeggen...
Het klinkt misschien een beetje flauw, maar jouw geschiedenisleraar heeft minimaal 4 jaar gestudeerd om les te mogen geven en/of je examen na te kijken. En dan nog moet hij soms heel goed nadenken over jouw antwoord én advies vragen aan een andere leraar. 

Door even het antwoordmodel van het examen erbij pakken en jouw antwoorden vergelijken ("Dit heb ik ook ongeveer geantwoord..."), reken je jezelf misschien wel veel te rijk. 

En dan de sites waarop je je punten kunt invoeren voor een cijfer. Deze sites gaan uit van een normering tussen de 0,0 en de 2,0. Dit betekent ongeveer dat het cijfer dat je hieruit krijgt 2 hele punten kan verschillen. Dus bijvoorbeeld tussen een 5,0 en een 7,0! En dan ga je nog steeds uit van punten die je jezelf hebt gegeven...

En niet geheel onbelangrijk: de normering van vorig jaar is weer anders dan dit jaar!

Deze wijze van normering geldt overigens voor al jouw examens!
!

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht(en)
Maak:
Het examen van 2023, tv 1
Onderwerp: 
Tweede wereldoorlog en Koude oorlog
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 28 - Tekstslide

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 29 - Woordweb

Huiswerk
Maken: Het examen van 2023, tv 1
Onderwerp: 
Tweede wereldoorlog en Koude oorlog

Wanneer af: Voor de volgende les


  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 30 - Tekstslide

Lesdoelen-Check

Slide 31 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kan in eigen woorden uitleggen...
  • Welke soort vragen er op het geschiedenis examen komen.
  • Hoe je het best op open vragen kan antwoorden
  • Op welke manier je om moet gaan met bronnen
  • Hoe je een chronologievraag beantwoord.

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 32 - Tekstslide