Les H5.1 en H5.2

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Telefoon?
Voor aanvang van de les in de kluis of op eigen risico in de bak. 

Zorg dat je op tafel hebt liggen: 
- Pen;
-Rekenmachine; 
- Schrift; 
- Boek

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Wat kun je deze deeltaak verwachten?
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 5.1 en 5.2 
  • 10 minuten in stilte aan het werk
  • Bespreken vraag van de week
  • Aan het werk (keuze) 
  • Afronding van deze les 

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun je deze deeltaak verwachten?

Deze deeltaak is een toets over H1 t/m H8. Dit is de laatste toets van economie over de gehele examenstof. Deze toets is een goede graadmeter voor je examenresultaat.  

Wil je nu al oefenen? Gebruik eindexamensite! Maak je de examen die klaar staat en rond je af met minimaal een 6,5? Dan teken je hiermee af als recht voor herkansing. Je mag ook aftekenen met het huiswerk uit het boek. 

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van deze les 
  • Je weet wat wie er actief is in de collectieve sector en particuliere sector. 
  • Je weet hoe de economie in ons land en in andere landen is georganiseerd. 
  • Welke invloed de overheid heeft op de economie.
  • Je weet welke instanties de Nederlandse overheid advies geeft. 
  • Je kent de verschillen tussen privatiseren en nationaliseren
  • Je weet wat het nationaal inkomen en bruto binnenlands product is. 
  • Je weet wanneer er sprake is van economische groei of krimp. Krimp kan resulteren in een recessie of een economische crisis. 

Slide 4 - Tekstslide

collectieve sector & particuliere sector
Collectieve sector
Iedereen die voor de overheid werkt. Levert goederen en diensten waar iedereen gebruik van kan maken.

Particuliere sector
Bedrijven die goederen en diensten willen verkopen om winst te maken.

Slide 5 - Tekstslide

Individuele goederen en collectieve goederen
Individuele goederen 
Is voor één persoon beschikbaar of kun je afrekenen aan één persoon. 
Bedrijven en overheden leveren dit. 

Collectieve goederen 
Is voor iedereen beschikbaar, maar kun je niet afrekenen bij één persoon. 
De overheid levert dit. 

Slide 6 - Tekstslide

Marktwerking 
Zichtbaar in de particuliere sector 
  • Aanbieders concurreren met elkaar → prijs en/of kwaliteit 



  • Lage prijs? → producenten moeten lage kosten hebben
  • Hoge kwaliteit? → telkens producten verbeteren + service

Slide 7 - Tekstslide

Planeconomie
  • GEEN marktwerking
  • Vaak plannen van vijf jaar 
  • Voorbeeld: Noord-Korea (vroeger Cuba en China)

Overheid bepaalt...
  1. Wat er geproduceert wordt 
  2. Hoeveel er geproduceert wordt 
  3. Door wie er geproduceert wordt 
  4. Tegen welke prijs er geproduceert wordt

Slide 8 - Tekstslide

Vrijemarkteconomie
  • Vraag en aanbod bepaalt de prijs
  • Overheid grijpt niet in met regels/wetten

Deze marktvorm zien we in geen enkel land volledig, maar de Verenigde Staten komt het meest in de buurt. 

Slide 9 - Tekstslide

Sociale markteconomie
Een mix van voorgaande economieën. De overheid bemoeid zich wel met sociale taken. 

Taken van de overheid
  • zorgen voor veiligheid (politie en leger)
  • gezondheidszorg (ziekenhuizen)
  • sociale zekerheid (uitkeringen)
  • zorgen voor volkshuisvesting (wonen)
  • zorgen voor onderwijs


Slide 10 - Tekstslide

Adviseurs van de overheid
De overheid kan bij het maken van keuzes op economisch gebied informatie en/of advies krijgen van:

  •  CBS


  •  CPB


  •  SER


CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek:
  • Verzamelt informatie over oa economische veranderingen.
CPB = Centraal Planbureau:
  • Onderzoekt wat de gevolgen kunnen zijn van economische beslissingen.
SER = Sociaal Economische Raad
  • Adviseert over sociaal-economische onderwerpen.
  • Bestaat uit werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen.

Slide 11 - Tekstslide

Privatiseren en 
Nationaliseren
Privatiseren: activiteiten  van collectieve sector → particuliere sector

Voordelen:
  • Minder kosten en organisatie voor de overheid.
  • Prijzen kunnen lager worden door marktwerking.

    Nadelen:
  • Overheid verliest macht.
  • Sommige activiteiten stoppen misschien.
Redenen
  1. Overheid verwacht betere kwaliteit of lagere prijs
  2. Overheid vindt het niet meer nodig om het zelf te doen
Nationaliseren
Het tegenovergestelde van privatiseren is nationaliseren. Een bedrijf in de particuliere sector komt dan in handen van de overheid. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Sleep de goederen en/of diensten naar de juiste sector.
collectieve sector
particuliere sector

Slide 14 - Sleepvraag

In welke sector vind je alle bedrijven terug?
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn kenmerken van collectieve voorzieningen?
A
De particuliere sector betaalt de voorzieningen.
B
De overheid betaalt de voorzieningen.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer de overheid taken uitbesteedt of overdraagt aan particuliere bedrijven, noem je dit
A
particuleren
B
privatiseren
C
ex-overheid
D
nationaliseren

Slide 17 - Quizvraag

Hoe goed gaat het 
met een land?

Bruto Binnenlands Product (BBP)
Totale waarde van de productie in een land. 
Nationaal inkomen
Totaal van alle inkomens in een land in een jaar

We richten ons even op het BBP....

Slide 18 - Tekstslide

Stijgen BBP
Als het BBP toeneemt ten opzichte van het vorige jaar dan is er sprake van economische groei. De productie van goederen en diensten neemt dan namelijk toe. 

Gevolg: waarschijnlijk een hoger nationaal inkomen, meer belastingopbrengsten, enzovoorts. 

Slide 19 - Tekstslide

Dalen BBP
Als het BBP afneemt ten opzichte van het vorige jaar dan is er sprake van economische krimp. De productie van goederen en diensten neemt dan namelijk af. 

Gevolg: waarschijnlijk een lager nationaal inkomen, meer werkloosheid, enzovoorts. 
Recessie!
Als er twee kwartalen achter elkaar sprake is van economische krimp dan noemen we dit een recessie. Duurt dit nog langer? Dan is er sprake van een economische crisis.

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk 


De komende 10 minuten gaat iedereen aan het werk met deze opdrachten. Begin met opgave 10 van paragraaf 5.1, deze gaan we zo bespreken. Je kunt nu geen vragen stellen of overleggen. 
Maken H5.1: 2 t/m 10 & H5.2: 1 t/m 8. 

timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Par. 5.1

Slide 22 - Tekstslide

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

  • Huiswerk maken H5.1: 2 t/m 10 & H5.2: 1 t/m 8. 
  • Werken op eindexamensite (hiermee afronden mogelijk) 
  • Werken aan eindexamensite 'aftekenen deeltaak 3'
  • Maken eigen samenvatting + rekenopdrachten 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Afronding van deze les 
  • Je weet wat wie er actief is in de collectieve sector en particuliere sector. 
  • Je weet hoe de economie in ons land en in andere landen is georganiseerd. 
  • Welke invloed de overheid heeft op de economie.
  • Je weet welke instanties de Nederlandse overheid advies geeft. 
  • Je kent de verschillen tussen privatiseren en nationaliseren
  • Je weet wat het nationaal inkomen en bruto binnenlands product is. 
  • Je weet wanneer er sprake is van economische groei of krimp. Krimp kan resulteren in een recessie of een economische crisis. 

Slide 24 - Tekstslide

Tot later!

Slide 25 - Tekstslide