Taal - woordbenoeming

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn bijvoeglijk
naamwoorden

Slide 2 - Woordweb

Wat zijn zelfstandig
naamwoorden

Slide 3 - Woordweb

Woordbenoeming 

Lidwoorden 
de, het en een 
Bijvoeglijk naamwoorden 
ronde, gele, lieve, zware, nare, enge 
Zelfstandig naamwoorden 
Pauline, eend, nietmachine

Slide 4 - Tekstslide

Janine is een (slimme) meid.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 5 - Quizvraag

Zet de (luidsprekers) maar wat harder.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 6 - Quizvraag

De (excursie) naar de afvalcentrale was leuk en leerzaam.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 7 - Quizvraag

De vijf (beste) kandidaten gaan door.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Bedankt voor (de) fantastische voorstelling.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel kilometer hebben jullie gefietst?
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Karin heeft een (roos) aan haar vriend gegeven.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 11 - Quizvraag

De ouderwetse manier werkt nog steeds.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 12 - Quizvraag

Jouw hondje (schrikt) snel.
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord
D
Werkwoord

Slide 13 - Quizvraag

Ik weet wat lidwoorden, bijvoeglijk naamwoorden en zelfstandig naamwoorden zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll