1 kgt - les 2 Lezen H5 Woordenschat H5

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook
timer
3:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom
- Telefoon weg
- Jas weg
- Geen eten en drinken
- Leesboek op tafel
- Chromebook
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom


Nederlands

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
- Lezen H5:
Doel van een tekst

- Taalverzorging
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Doelen
Lezen in een boek 

Lezen
Je weet wat het doel van een tekst is.

Woordenschat 
Je herkent een deel van een woord.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen

timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

H5: Lezen
Je leert over het doel van een tekst.

Slide 6 - Tekstslide

Lezen: Het doel van een tekst
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. 
Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of hij wil dat de lezer iets doet.
 De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel.
Als je weet met wat voor soort tekst je te maken hebt, begrijp je sneller wat de schrijver wil.

Slide 7 - Tekstslide

Tekstdoelen (H5)
Informatie geven: krantenbericht, verslag

Iets leren/uitleggen: studietekst, recept, gebruiksaanwijzing

Mening geven: filmverslag

Amuseren(plezier): verhaal, strip
Maken: 3, 4
timer
20:00

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat H5
Doel: Je kunt een bekend woorddeel vinden.

Slide 9 - Tekstslide

Woordenschat H5
Start: 
maak met het laatste deel van het vorige woord een nieuw woord:

spinnenweb - webwinkel - winkelwagen - wagenpark - park .....

Slide 10 - Tekstslide

Woordenschat
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.
Dat kan bij:
samengestelde woorden, woorden met een voorvoegsel, woorden met een achtervoegsel

Slide 11 - Tekstslide

Woordenschat
Samengestelde woorden:
• woorden die zijn samengesteld uit twee woorden. Bijvoorbeeld: prijsverhoging. Je kent het woord prijs en het woord verhoging

Prijsverhoging betekent dus dat de prijs omhooggaat.

Slide 12 - Tekstslide

Woordenschat
woorden met een voorvoegsel

• voorvoegsel.
on- = niet, zonder.
Onverkoopbaar betekent dus:niet verkoopbaar.
her- = opnieuw, nog een keer.
Hergebruiken betekent dus: nog een keer gebruiken

Slide 13 - Tekstslide

Woordenschat
woorden met een achtervoegsel

• achtervoegsel.
-loos = zonder.
Smakeloos betekent dus: zonder smaak.
-vol = met veel.
Smaakvol betekent dus: met veel smaak.

Slide 14 - Tekstslide

Woordenschat
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.
Dat kan bij:
samengestelde woorden, woorden met een voorvoegsel, woorden met een achtervoegsel

Maken: 1, 2, 4, 5
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Leesboek meenemen

Maken: Lezen H5 opdracht 3, 4
Woordenschat H5: 1, 2, 4, 5

Slide 16 - Tekstslide