terug kijken
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is een beroepscode?
A
Eigenschappen en gedrag waarvoor iemand dient te schikken om zijn beroep goed uit te oefenen
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vinden
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een beroepsprofiel?
A
beschrijft de waarden voor mijn beroep
B
beschrijft wat ik verdien in mijn beroep
C
beschrijft de normen voor mijn beroep
D
beschrijft de taken van mijn beroep
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Wat observeer je aan het rechter been
A
contractuur
B
trombose been
C
infectie
D
A,B en C is fout
Slide 7 - Quizvraag
Hoe wordt een trombosebeen behandeld?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
De vitale functies zijn:
Ademhaling
Bloeddruk
Hartslag
Temperatuur
Bewustzijn
Ademhaling
Bloeddruk
Hartslag
Temperatuur
Bewustzijn
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel
Slide 12 - Quizvraag
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
schedel en ledematen en armen
B
romp, ledematen en armen en benen
C
schedel,romp, ledematen
D
schedel,romp,ledematen en armen en benen
