Hoofdstuk 2 inkoopprijs en verkoopprijs deel2 1C

Financiën en administratie  


Hoofdstuk 2 - inkoopprijs en verkoopprijs
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Financiën en administratie  


Hoofdstuk 2 - inkoopprijs en verkoopprijs

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  •  Instructie H2 
  • Twee klassikale opdrachten 
  • Zelfstandig werken opdrachten  

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1.  De student kan de brutowinstopslag berekenen. 
  2. De student kan de brutowinstmarge berekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Van inkoopfactuurprijs naar consumentenprijs
Netto inkoopprijs 
Brutowinst                                +
Verkoopprijs exclusief btw
Btw                                               +
Consumentenprijs
Inkoopfactuurprijs 
BTW                                -
Netto inkoopprijs 

Slide 4 - Tekstslide

Brutowinst 
Brutowinst: Het verschil tussen de verkoopprijs en inkoopprijs. 

Twee methodes: Brutowinstopslag en brutowinstmarge. 

Slide 5 - Tekstslide

Brutowinstopslag

  • Brutowinstopslag: is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de inkoopprijs.  

Formule:
  • Inkoopprijs : 100 x ..% = brutowinstopslag

Slide 6 - Tekstslide

Brutowinstopslag
Netto inkoopprijs
100%
100%
+Brutowinstopslag
+ 10%
 X%
Nettoverkoopprijs
110%
100% + X%
Bij brutowinstopslag is de netto inkoopprijs ALTIJD 100%
De nettoverkoopprijs is ALTIJD meer dan 100%

Slide 7 - Tekstslide

Brutowinstmarge
  • De brutowinstmarge is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de verkoopprijs
    Formule: 
  •  Verkoopprijs : 100 x ...% = brutowinstmarge


Slide 8 - Tekstslide

Brutowinstmarge
Netto inkoopprijs
60%
100% - X%
+Brutowinstmarge
+ 40%
X%
Nettoverkoopprijs
100%
100%
Bij brutowinstmarge is de netto verkoopprijs ALTIJD 100%
De netto inkoopprijs is ALTIJD minder dan 100%


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1
Een ondernemer berekent een brutowinstopslag van 50%. De inkoopprijs van het product bedraagt € 40,-.                          Bereken de verkoopprijs. 

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord 1:
Netto inkoopprijs
€40  
100%
+Brutowinstopslag
€20
 50%
Nettoverkoopprijs
€60
150% 
Bij brutowinstopslag is de netto inkoopprijs = 100% 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2
De inkoopprijs van een product is € 20 euro. De brutowinstmarge 30%. Wat is de verkoopprijs?

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord 2
Netto inkoopprijs
 €20
70%
+Brutowinstmarge
€8,57  
30%
Nettoverkoopprijs
€28,57
100%
Bij brutowinstmarge is de netto verkoopprijs 100%



Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken 
  • 2.01 t/m 2.25 blz. 43
  • 2.26 t/m 2.31 blz. 50 

Slide 14 - Tekstslide