Essay V5 opbouw enz

Welkom!
Klaar voor de start:
   -materiaal: opgeladen laptop
   -jas uit, tas op de grond
   
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Klaar voor de start:
   -materiaal: opgeladen laptop
   -jas uit, tas op de grond
   

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf: 
Documentatiemapje: 
-uiterlijk dinsdag aanleveren.
-bronnenlijst 
-les morgen
-titels aanvullen? 


Slide 2 - Tekstslide

Deze les: 
De toets
Opbouw, vraagstelling, ordening van de info
Een voorbeeld van een essay
Praktische tips

Slide 3 - Tekstslide

Het essay
Essay/literair essay
  1. Centrale vraag
  2. Vergelijking van de boeken, op één of andere manier
  3. Een persoonlijke leeservaring, jóuw gedachten over die boeken

Slide 4 - Tekstslide

Do's
  1. Denk goed na over de centrale vraag
  2. Maak gebruik van recensies bij het bepalen van die centrale vraag
  3.  Een centrale vraag is vaak meervoudig: levert een waaier aan mogelijke antwoorden op
  4. Een inhoudelijk goed essay schrijven is lastig als je de boeken gelezen hebt, maar onmogelijk als je de boeken niet gelezen hebt. 
  5. Illustreer jouw gedachten met voorbeelden uit het boek
  6. Onderbouw jouw gedachtegang met voorbeelden uit recensies/artikelen

Slide 5 - Tekstslide

Don'ts
  1. Vier alinea's: inleiding, boek 1, boek 2, slot.
  2. Een op zichzelf staande samenvatting van het boek
  3. Geen recensies gebruiken en/of geen verwijzingen maken naar de recensies
  4. ChatGPT, want ...

Slide 6 - Tekstslide

Tips inleiding
  1. Absoluut verboden: 'Ik ga mijn essay schrijven over ...'
  2. Idem: 'Ik heb ... gelezen' of: 'In dit essay ...' 
  3. Titel: verwijs op één of andere manier naar jouw centrale vraag
  4. Neem de lezer mee op jouw reis. Maak de lezer nieuwsgierig.
  5.  Introduceer de boeken en de schrijver héél kort, maar ga vooral in op de reden waarom je jouw tekst schrijft.

Slide 7 - Tekstslide

Tips kern
  1. Een alinea = een aspect van jouw vraag. Bijvoorbeeld:                                                   Centrale vraag:  Remco Tuininga: maatschappelijk geëngageerd?                           alinea 1: Remco Tuininga en de vrouwenemancipatie                                             alinea 2: Remco Tuininga en de politiek                                                                         alinea 3: maatschappijkritiek in de boeken van Tuininga                                       enz. 
  2. Het AUB-model geldt hier ook, zij het op iets andere manier dan bij een betoog: de A staat niet voor argument maar voor aspect (van de hoofdvraag). 

Slide 8 - Tekstslide

Tips slot
  1. Er hoeft geen antwoord te komen op de hoofdvraag.
  2. Een genuanceerde conclusie is verplicht.                                                                          'Het voert te ver om te zeggen dat Remco Tuininga een geëngageerd           schrijver is. Daarvoor zijn zijn personages veel te veel met zichzelf                 geoccupeerd. De persoon Tuininga laat zich in de media op allerlei               manieren als activist gelden, de schrijver Tuininga daarentegen is                 eigenlijk vooral een oerconservatief (...) met name daar waar het zijn           nogal stereotype vrouwelijke personages betreft (...) enz. enz. 

Slide 9 - Tekstslide

Praktische tips: 1
  1. Maak alinea's
  2. Sla tussen de alinea's regels over
  3. Titel!
  4. Jouw publiek is hoogopgeleid, buitengewoon intelligent, zeer geïnteresseerd in literatuur, erudiet en een vermaard connaisseur van de Nederlandse literatuur
  5. Meneer Nauta namelijk.......

Slide 10 - Tekstslide

Praktische tips 2
  1. Vermijd verwijzingen naar de schoolse opdracht, zoals 'dit essay' enz.
  2. Maak een schrijfplan, liefst op alinea-niveau in steekwoorden.
  3. Daarop voortbordurend: haal denken en schrijven uit elkaar. Bedenk wat je wilt, voordat je gaat schrijven.
  4. Je hebt vier keer 40 minuten. (1x 80, 2x 40). Verdeel de tijd goed.
  5. Een kladversie schrijven en die vervolgens 'in het net' overschrijven kost heel veel tijd, schrijfwerk en de netversie is vaak niet veel beter dan de kladversie, alleen leesbaarder. 

Slide 11 - Tekstslide

Praktische tips 3.
  1. Neem vooraf de beoordelingsrubric nog eens door. 
  2. Je mág de boeken erbij hebben, hoeft niet.
  3. Bewerk vooraf jouw documentatiemapje: lees de recensies door, maak aantekeningen, onderstreep hier en daar.
  4. Denk vooraf na over jouw essay: wat wil je beschrijven?
  5. Lees het voorbeeldessay nog eens door.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Woordweb


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Poll

Slide 16 - Tekstslide


Slide 17 - Open vraag


Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide


A

Slide 20 - Quizvraag


A

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Woordweb