bijv nw ch5

bijv nw ch5
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

bijv nw ch5

Slide 1 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoord
mijn nicht is groot
het huis is blauw




Slide 2 - Tekstslide

petit=klein
(m) Simon? il est ......
(v) Simone? elle est ......
(meerv m) Simon et Simone? ils sont .....
(meerv v) Simone et Juliette? elles sont ..... 


Slide 3 - Tekstslide

le/un: -
la/une: +e
les/des: +s

j'habite dans une maison (gris) .....................
Ma cousine est (grand).........
Juliette et Pauline, elles sont (grand) ......... aussi.
Ta voisine est (sportif) ...........................
Tu as les yeux (bleu) ..................? (m mv)

Slide 4 - Tekstslide

Vul het correcte bijv. naamwoord in:
Les filles sont .............
A
beaux
B
belles
C
bon
D
vieille

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste uitgang van het bijv. naamwoord
A
Une petit fille
B
Une petite fille
C
Une petits filles
D
une petites fille

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste uitgang van het bijv. naamwoord.
A
il a une beau chambre
B
Il a une beaux chambre
C
Il a un beau chambre
D
Il a une belle chambre

Slide 7 - Quizvraag

Vul het juiste bijv. naamwoord in:
Lucia est .............
A
vieux
B
vielle
C
vieille
D
vieilles

Slide 8 - Quizvraag

Vul het correcte bijv. naamwoord in:
J'habite dans une ......... ville
A
Grands
B
Grande
C
Grand
D
Grandes

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste uitgang van het bijv. naamwoord
A
Un chat noir
B
un chats noire
C
Un chat noirs
D
un chat noire

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is het bijv naamwoord?

Hugo a les yeux bleus
A
bleus
B
a
C
les yeux
D
Hugo

Slide 11 - Quizvraag

Bij mannelijke woorden krijgt het bijv naamwoord... :
A
e
B
s
C
niets
D
es

Slide 12 - Quizvraag