Vertalen Nederlands (getallen t/m seizoenen)
1 / 27
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is '6' in het Nederlands?
Slide 2 - Open vraag
Wat is '15 in het Nederlands?
Slide 3 - Open vraag
Wat is '35 in het Nederlands?
Slide 4 - Open vraag
Wat is '77 in het Nederlands?
Slide 5 - Open vraag
Wat is '47 in het Nederlands?
Slide 6 - Open vraag
Wat is '84 in het Nederlands?
Slide 7 - Open vraag
Vertaal: lunes
Slide 8 - Open vraag
Vertaal: jueves
Slide 9 - Open vraag
Vertaal: sábado
Slide 10 - Open vraag
Vertaal: enero
Slide 11 - Open vraag
Vertaal: abril
Slide 12 - Open vraag
Vertaal: noviembre
Slide 13 - Open vraag
Vertaal: octubre
Slide 14 - Open vraag
Vertaal: agosto
Slide 15 - Open vraag
Vertaal: primavera
Slide 16 - Open vraag
Vertaal: invierno
Slide 17 - Open vraag
Vertaal: otoño
Slide 18 - Open vraag
Welke emotie is dit?
A
boos
B
blij
C
verdrietig
D
bang
Slide 19 - Quizvraag
Welke emotie is dit?
A
Ziek
B
Boos
C
Moe
D
Verdrietig
Slide 20 - Quizvraag
Welke emotie is dit?
A
Bang
B
Verdrietig
C
Boos
D
Blij
Slide 21 - Quizvraag
Vertaal: yo
Slide 22 - Open vraag
Vertaal: ustedes
Slide 23 - Open vraag
Vertaal: nosotros
A
wij
B
jullie
C
zij
D
jij
Slide 24 - Quizvraag
Vertaal: ella
A
wij
B
jullie
C
zij
D
jij
Slide 25 - Quizvraag
Vertaal: yo soy
A
jij bent
B
ik ben
C
jullie zijn
D
u bent
Slide 26 - Quizvraag
Vertaal: él se llama
A
u heet
B
ze heet
C
jij heet
D
hij heet
