Argumenteren 4H les 5 drogredenen

hoe is je dag?
😒🙁😐🙂😃
1 / 21
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

hoe is je dag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

lesdoel
alle begrippen herhalen + toepassen
drogredenen kunnen herkennen en benoemen

Slide 2 - Tekstslide

lesplan
terugblik vorige lessen
herhalen drogredenen
oefenen met drogredenen (opdracht 11-18)

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige lessen
    argumentatie                                       tegenargument
                    argumentatieschema                                        
feitelijk argument                                     oorzaak-gevolg
              waarderend argument                        kenmerk of eigenschap
    vergelijking                                enkelvoudige arg.
                                nevenschikkende arg.          onderschikkende arg.
(on)afhankelijk                          onder- en nevenschikkende arg.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik vorige lessen

Argumentatieschema's



Argumentatiestructuren



Slide 6 - Tekstslide

Terugblik vorige lessen

Argumentatieschema's
oorzaak en gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
vergelijking
autoriteit


Argumentatiestructuren

enkelvoudig
nevenschikkend
onderschikkend

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Uitleg bij hoofdstuk 2.3 → Drogredenen

Slide 9 - Tekstslide

Drogredenen
maak opdracht 11 t/m 18

Slide 10 - Tekstslide

opdr. 11 blz. 17
  1. overhaaste generalisatie
  2. bespelen van het publiek
  3. cirkelredenering
  4. vertekenen van het standpunt
  5. persoonlijke aanval
  6. ontduiken van de bewijslast
  7. overhaaste generalisatie
  8. vertekenen van het standpunt
  9. vals dilemma
  10. onjuist beroep op autoriteit 

  • 11. overdrijven van de voordelen
  • 12. verkeerde vergelijking
  • 13. onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • 14. onjuist beroep op eigenschap
  • 15. bespelen van het publiek 

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 12
dracht 12 Een land of cultuur zie ik als een pot groentesoep die eeuwig in bereiding is en waarvan soms wordt geproefd. Je kunt er ingrediënten aan toevoegen en de soep smaakt voor de een beter, voor de ander minder. Er komt echter een moment waarop het niet verstandig is om nog meer van een ingrediënt toe te voegen. De soep verliest zijn karakter of is zelfs ronduit mislukt. Dat de soep er is, kan niemand ontkennen, maar niemand vindt hem nog lekker. = E verkeerde vergelijking Dat de soep er is, kan niemand ontkennen = A bespelen van het publiek
Opdracht 13 Alle eigenwoningbezitters (= D overhaaste generalisatie) zijn egoïstische, kleinzielige 
Opdracht 12

Een land of cultuur zie ik als een pot groentesoep die eeuwig in bereiding is en waarvan soms wordt geproefd. Je kunt er ingrediënten aan toevoegen en de soep smaakt voor de een beter, voor de ander minder. Er komt echter een moment waarop het niet verstandig is om nog meer van een ingrediënt toe te voegen. De soep verliest zijn karakter of is zelfs ronduit mislukt. Dat de soep er is, kan niemand ontkennen, maar niemand vindt hem nog lekker. = E verkeerde vergelijking 
Dat de soep er is, kan niemand ontkennen = A bespelen van het publiek

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 13 

Alle eigenwoningbezitters (= D overhaaste generalisatie) zijn egoïstische, kleinzielige lieden met hun geklaag (= E persoonlijke aanval)


Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 14 
Wie niet ziet dat de herinneringskunst van een vader die zijn verongelukte zoon herdenkt tegelijk ook scheppingskunst is en dat Tonio een intiem verhaal is dat een openbaar verhaal wordt omdat de vader een groot schrijver is (= A bespelen van het publiek), die zou je met alle 633 pagina’s om de oren willen slaan.
 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 15 

Je kunt een bloem niet laten bloeien door aan de knop te trekken. Dan gaat hij stuk en heb je niets. = D onjuiste vergelijking 

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 16

Mensen die beweren dat 11/9 een gewone aanslag was, alleen wat groter, begrijpen niet waarover ze het hebben. = A bespelen van het publiek 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 17

Wat is erger, (vraagt Ten Broeke retorisch): iemand die dik is en ongelukkig, of iemand die na jarenlang diëten net zo dik is en nog ongelukkiger? = D vals dilemma 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 18

De omzet van het boekenvak kan meer dan verdubbelen. Je bereikt voor hetzelfde geld een veelvoud aan lezers en zal er alleen maar meer gelezen worden in plaats van minder. = C overdrijven van de voor- of nadelen 

Slide 18 - Tekstslide

quiz
maak de quiz uit de classroom

volgende les: oefentoets!

Slide 19 - Tekstslide

oefentoets!
Maak opdracht 19

Slide 20 - Tekstslide

hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll