1MH STONES/VOCAB. CHAPTER 3 (7th ED)
1 / 30
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
dingen kopen
A
describing things
B
buying things
Slide 2 - Quizvraag
Zou ik wat chips mogen, alstublieft?
A
Could/Can I have some crisps, please?
B
Could/Can I have some chips, please?
Slide 3 - Quizvraag
Anders nog iets?
A
Something else?
B
Anything else?
Slide 4 - Quizvraag
Dit is alles wat ik nodig heb. Dankuwel.
A
This is all I want. Thank you.
B
This is all I need. Thank you.
Slide 5 - Quizvraag
Wat kost het samen?
A
How much is it altogether?
B
How much is it?
Slide 6 - Quizvraag
Het kost 1.60.
A
It’s one pound sixty.
B
It’s one sixty.
Slide 7 - Quizvraag
Zijn deze groenten rijp?
A
Are these groceries ripe?
B
Are these vegetables ripe?
Slide 8 - Quizvraag
Welk eten vind jij het lekkerst?
A
What dish do you like best?
B
What food do you like best?
Slide 9 - Quizvraag
Hoe smaakt het eten?
A
What does the food taste like?
B
What does the main course taste like?
Slide 10 - Quizvraag
Mijn lievelingseten is frites want het is heerlijk.
A
My meal is chips because it's delicious.
B
My favourite food are chips because it's delicious.
Slide 11 - Quizvraag
Ik vind deze maaltijd niet echt lekker want het is echt walgelijk.
A
I don’t really like this meal because it's really disgusting.
B
I don’t really like this meal because it's really awful.
Slide 12 - Quizvraag
Zouden we kunnen bestellen, alstublieft?
A
Can we order, please?
B
Could we order, please?
Slide 13 - Quizvraag
Wat zou je willen als toetje?
A
What would you like for dessert?
B
What do you want for dessert?
Slide 14 - Quizvraag
Kun je (me) de koekjes even aangeven?
A
Could you pass me the salad?
B
Could you pass me the biscuits?
Slide 15 - Quizvraag
Zou ik een druif mogen, alstublieft?
A
May I have a grape please?
B
May I have a union please?
Slide 16 - Quizvraag
doos
A
can
B
box
Slide 17 - Quizvraag
bos/tros
A
jar
B
bunch
Slide 18 - Quizvraag
plak/snee
A
piece
B
slice
Slide 19 - Quizvraag
taai
A
chewy
B
crunchy
Slide 20 - Quizvraag
pittig
A
spicy
B
tasteless
Slide 21 - Quizvraag
verkoper
A
strawberry
B
salesman
Slide 22 - Quizvraag
gezond
A
healthy
B
unhealthy
Slide 23 - Quizvraag
gerecht
A
napkin
B
dish
Slide 24 - Quizvraag
rietje
A
straw
B
meat
Slide 25 - Quizvraag
bestek
A
cutlery
B
stomach
Slide 26 - Quizvraag
gelegenheid
A
occasion
B
busy
Slide 27 - Quizvraag
varkensvlees
A
future
B
pork
Slide 28 - Quizvraag
bord
A
napkin
B
plate
Slide 29 - Quizvraag
hoofdgerecht
A
side dish
B
main course
